Volzin (juli 2017)

De 'pastor van Bagdad' is voor niemand bang

Verzoening doe je niet met vrienden, maar met vijanden, zegt hij altijd. En daarom nodigde hij IS uit voor een etentje. 'Dan hakken we wel je hoofd eraf', was het antwoord. De voormalige 'pastor van Bagdad' is voor niemand bang.

136 x bekeken

Het is een ontroerende ontmoeting. Andrew White, anglicaans priester, is in Nederland voor een conferentie, maar het zijn vooral jonge Iraakse asielzoekers die hem in de pauze om de nek vliegen. 'Abouna', noemen ze hem, 'papa'. Ze wonen in Nederlandse azc’s, maar ze kennen hem nog uit Bagdad, waar White voorganger was voordat de gemeente uit elkaar viel, op de vlucht voor geweld.

 

De jongeren nemen zijn woorden gretig op met hun telefoon. Door zijn trage tong, een gevolg van spierziekte MS, klinken zijn woorden nog indringender. 'Soon and very soon, we are going to see the king', zegt hij emotioneel. 'Hoe dat er precies uitziet, weet ik niet', zegt hij. 'Maar ik weet dat we onze koning moeten dienen, Yesua.' Yesua, dat is Aramees, zegt hij, de taal van deze christenen en ook de taal die Jezus ooit sprak. 'Allahu ma'ana, de Heer is hier, en zijn geest is met ons.'

 

Hij ziet er excentriek uit: een veel te ruim pak, een bont strikje en een grote bril op zijn jongensachtige gezicht. Toch staat deze man in de telefoon van vele religieuze leiders in het Midden-Oosten. Hij is lichamelijk zeer beperkt, maar geestelijk telt hij driedubbel mee. Toen hij voorganger was in Bagdad, van 2005 tot 2014, veranderde zijn expatkerk in een gemeente van duizenden lokale Iraki's.

 

Maar het geweld werd gevaarlijker. Maar liefst 1300 gemeenteleden verloren het leven. De rest vluchtte naar Noord-Irak en naar Jordanië. Ook White zelf werd eind 2014 teruggeroepen door de aartsbisschop van Canterbury, die vond dat hij 'levend meer kon betekenen dan dood'. Hij besloot zich te wijden aan hulpverlening in de Jordaanse hoofdstad Amman, voor de gemeenteleden die daar waren neergestreken. Hij helpt ze met scholing en gezondheidszorg. De rest van de tijd verdeelt hij tussen Engeland, waar zijn vrouw en twee kinderen wonen, en Jeruzalem, van waaruit hij werkt aan religieuze dialoog en hulpverlening. Hij heeft vijf geadopteerde Iraakse kinderen.

 

Vijanden

 

White werd geboren in 1964 in Engeland in een evangelicale familie. Hij volgde een opleiding tot operatie-arts, maar al in zijn eerste werkjaren voelde hij een roeping om theoloog te worden. Hij specialiseerde zich in islam en jodendom en studeerde een tijdje in Jeruzalem. In 1990 werd hij priester, in de anglicaanse kerk. Toen hij 33 was, verhuisde hij naar Coventry, waar hij ging werken voor het International Reconciliation Centre van de kerk. Zo kwam hij op het pad van het verzoeningswerk terecht. Hij legde contacten met Iraakse, Palestijnse en Israëlische leiders die hem later goed van pas zouden komen.

 

Dat bleek onder andere in 2002. Hij lag in het ziekenhuis voor een zware kuur tegen MS, toen terroristen de Geboortekerk van Bethlehem hadden bezet en tweehonderd mensen hadden gegijzeld. In een uur tijd werd hij achtereenvolgens gebeld door Yasser Arafat, de Joodse opperrabbijn van Noorwegen en de aartsbisschop van Canterbury. Of hij direct naar Bethlehem wilde komen om de onderhandelingen te voeren. White brak zijn kuur af en ging, en met succes. Na ruim een maand zware onderhandelingen werd de bezetting opgeheven.

Verzoeningswerk doe je niet met vrienden, maar met vijanden

De basis van verzoeningswerk is vriendschap, zegt White. 'Je moet vrienden worden. De ander uitnodigen bij je thuis. Het heeft me heel veel vriendschappen opgeleverd. Het is echt waar, je kunt leren van mensen te houden waar je het totaal mee oneens bent.' White vertelt hoe hij bevriend raakte met Tariq Aziz, de Iraakse rechterhand van Saddam Hoessein, met Yasser Arafat, de Palestijnse leider, maar ook met Joodse ultraorthodoxe rabbi's die weinig mensen buiten hun kring vertrouwen.

 

'Verzoeningswerk doe je niet met vrienden, maar met vijanden. En wat ik opvallend vond: toen ik vrienden werd met Palestijnen waren het niet de Joden die erover klaagden. Dat waren westerse christenen. En net zo waren het pro-Palestijnse westerse christenen die beledigd waren dat ik vrienden was met Joden. Tot op vandaag vertel ik iedereen dat het enige wat we moeten doen, is werken aan liefde voor beide volken, Joden én Palestijnen.'

 

Op zijn facebookpagina maakt White geen geheim van zijn liefde voor het jodendom. Zo viert hij de joodse feesten mee. In een filmpje op internet legt hij zijn positie uit: 'Ik hoor niet bij de christelijk zionisten die overal een rol voor Israël zien en zeggen dat alles goed komt met herstel van Israel. Ik hoor ook niet bij de antizionisten met hun boycotcampagne. Ik geloof vurig in liefde voor Joden én Arabieren, Israëliërs én Palestijnen. Dát is mijn missie.'

 

White organiseerde ook ontmoetingen tussen Joden en Iraki's. 'De basis van de haat is angst', zegt White. Daar moet je over praten. Deze mensen ontdekten in de gesprekken dat ze allemaal een verhaal hadden. Ze waren allemaal minderheden geweest en hadden allemaal veel verloren in hun leven. 'De opperrabbijn zei het achteraf heel mooi: mijn angst voor sjiïeten is geannuleerd. De sjiïtische leider die erbij was, zei dat hij Joden had gehaat, maar dat hij ze nu in de ogen had gekeken en dat hij van ze was gaan houden.' Verzoening is echt mogelijk.

 

Twee andere groepen die White jarenlang bij elkaar probeerde te brengen, waren de strijdende sjiïtische en soennitische leiders in Irak. In 2011 was hij voorzitter van een topconferentie van Iraakse religieuze leiders in Kopenhagen. Het was de eerste keer dat soennieten en sjiïeten gezamenlijk een fatwa uitspraken tegen geweld in Irak. Het is ongelooflijk maar waar: een ernstig zieke anglicaanse dominee helpt soennitische en sjiïtische leiders om vrienden te worden.

 

White is vaak onderscheiden voor zijn werk, onder andere met de Anne Frank-prijs voor Tolerantie en Verzoening, de William Wilberforce Award en de Iraq Peace Prize.

 

Hoe belangrijk is uw geloof in het werk dat u doet?

'Als er niets anders meer is, is Jezus alles wat we hebben. Vroeger waren er verschillende christelijke denominaties in Irak. Toen de vervolging kwam, werd iedereen één. Uiteindelijk is Jezus het enige dat je overhoudt. Dat zeiden ook mijn gemeenteleden die in Bagdad naar de kerk bleven komen, ondanks de bombardementen en ontploffingen. Ze bedoelden niet dat ze maar naar de kerk kwamen bij gebrek aan beter, maar omdat ze er echt iets van God zagen.'

 

Op wat voor manier dan?

'Op heel veel manieren. Mensen daar zien veel meer van God dan mensen in het Westen. Mensen zien wonderen, tekenen, profetieën. We hebben ongelooflijke genezingen gezien in het ziekenhuis van de kerk in Bagdad. Mensen die zijn genezen van hartziektes, kanker. Het is zelfs gebeurd dat mensen dood waren en weer gingen leven. In het midden van de ellende leef je dagelijks met het besef van het bovennatuurlijke.'

 

Zelf heeft u een ernstige ziekte, waar u niet van bent genezen. U kunt uw eigen veters niet strikken. Hoe houdt u het vol?

'God helpt me om door te gaan. Afgelopen week kreeg ik weer een slechte medische uitslag. De dokter zei dat ik niet zo door kon gaan. Ik was een dag lang depressief. Maar toen besloot ik: God is met me. Hij bepaalt of ik wel of niet door kan gaan. Tot nog toe geeft hij me precies genoeg kracht om te doen wat Hij me wil laten doen.'

 

White neemt soms toespraakjes op die hij deelt via youtube. In één daarvan legt hij uit dat we onze kop niet in het zand moeten steken voor het terrorisme dat door de wereld raast. 'Het is realiteit', vertelt hij, 'we worden geconfronteerd met een afschuwelijk, ongelooflijk, internationaal terrorisme. Dit stelt ons voor een keuze. De ene optie is in het defensief gaan. We doen niets, en doen ook niets met moslims, behalve dat we elkaar vertellen hoe slecht het allemaal is. Dat moeten we niet doen. De andere optie is erop uit te gaan. En dan gaat het niet gewoon om mensen bekeren, maar om te laten zien dat we van mensen houden. En dat de boodschap van Jezus liefde is. Zijn boodschap is de heerschappij en de liefde van de Almachtige.'

 

Je kunt de moslims niet de schuld geven van IS, voegt hij daaraan toe. 'De meeste moslims, 99,9 procent van de moslims, willen daar helemaal niets mee te maken hebben.' Het terrorisme is een teken van de tijd, aldus White. 'Joden en christenen geloven dat dit voorafgaat aan de messiaanse tijd. We kijken allemaal uit naar de tijd dat de messias, zoon van David, gaat komen om een goddelijke regering op aarde te brengen. En het komt eraan!'

 

U draait niet om uw geloof heen, kun je wel zeggen. Is er geen spanning tussen uw verzoeningswerk en uw evangelische taal? Zijn mensen niet bang dat u ze wilt bekeren?

'Nee, ik heb nooit iemand geprobeerd te bekeren. Ik heb alleen de liefde van Jezus laten zien. Dat brengt mensen soms tot Jezus. Ik ken mensen uit de kring van geestelijke islamitische leiders die in Jezus zijn gaan geloven. Maar ik bekeer niemand. Ik doe alleen het werk van liefde. Liefhebben, zingen, hulp bieden, onderwijs geven. Dan kan het niet anders of mensen worden uitgedaagd.'

 

Kan het zijn dat roepen om verzoening soms niet meer kan? Omdat de politieke islam te gevaarlijk wordt? Chamberlain wilde ook vrede maar dat bleek uiteindelijk naïef.

'Daar heb ik nog een anekdote over. Weet je dat mijn vrouw een achterkleinkind van Chamberlain is? Ik vroeg een keer aan mijn zoon wat hij later wilden worden. “Premier,” zei hij, “want we moeten tenminste één goede premier in de familie hebben.” Maar goed, het echte gevaar is niet islam. Het echte gevaar is terrorisme.'

 

Staan er geen gevaarlijke stukken in de Koran?

'Er staan ook gevaarlijke stukken in de Bijbel. Als ik moslims ontmoet, zie ik ze als mensen. Mensen, die liefde nodig hebben, die vrienden willen worden. Ik zeg altijd: een vijand is alleen maar iemand van wie je het verhaal nog niet hebt gehoord. Laat mensen zien dat je bereid bent om te luisteren. En nodig ze uit voor het eten.'

 

Hoe ver gaat dat?

'Zo ver je maar kunt. Ik werd een keer gebeld door iemand van IS. Ook hem heb ik voor het eten uitgenodigd. Maar dan hakken we wel je kop eraf, zei hij. Dat heb ik toen maar niet doorgezet.'

 

U hebt gevaarlijk werk.

'Dat klopt, het is soms heel gevaarlijk. Ik ben zelf ook ontvoerd, bedreigd en opgesloten in een cel waar vingers en tenen op de grond lagen. Maar dat maakt me niet uit. Ik ben niet bang. Nooit geweest ook. Het is mijn karakter, ik ben een beetje gek. Maar ik ben nooit bang.'




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: , , ,


Reageren?

Katrien Ruitenburg

Wat een mooie beschrijving van een geweldige man. Ik heb hem horen spreken op de Justice Conference van vorig jaar. Als hij christen is, mag ik mezelf dan wel christen noemen?

Katrien Ruitenburg - 25-07-’17 13:20


(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info