Nederlands Dagblad (25 juni 2011)

Hou van mij, dan zuig ik je leeg

Veel van de 'geliefde' Arabische machthebbers lijden aan narcisme, zegt Rami (42) uit Syrië. Maar ook zijn gewone geliefde ontpopte zich tot een minidictator. Hij moet nu voor de tweede keer vluchten.

1410 x bekeken

De brieven met roodgloeiende waarschuwingen van twee incassobureaus liggen voor zijn neus. Hij zucht, moedeloos. 'Mijn ex heeft de rekeningen en aanmaningen uit de brievenbus gestolen. Nu moet ik betalen, maar ik heb het geld niet. Door haar toedoen moet ik nu zelfs mijn huis uit.' Door hem het leven zuur te maken, wil ze hem dwingen bij haar terug te komen.

De ex van Rami is een narcist.

Narcisten kunnen zich niet inleven in anderen. Ze zijn geobsedeerd door zichzelf. Wanneer dat zulke pathologische vormen aanneemt dat normaal functioneren onmogelijk is, spreken psychologen van een narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS). 'Ze wacht me op, bedreigt me en ruïneert mijn vriendschappen. De politie kan me niet helpen. Vluchten is de enige optie.'

Daar heeft Rami helaas al ervaring mee. In de jaren negentig ontvluchtte hij zijn geboorteland Syrië, omdat daar het leven onmogelijk was geworden. Door het regime van de toenmalige president, Hafez al-Assad, was hij opgepakt, gemarteld en zelfs ter dood veroordeeld omdat hij openlijk kritiek had. Hij kwam vrij, onverwachts. 'Maar ze bleven me volgen, in alles wat ik deed. Het voelde alsof ze mijn keel dichtknepen. Ik kon alleen nog maar weg.'

Gadhafi

De tv vult de kamer met beelden uit Libië, waar Muammar Gadhafi preekt dat alle Libiërs van hem houden en dat je de dood verdient als je dat niet doet. Rami herkent het: 'Je moet van mij houden!, zegt hij in feite. Dat is precies wat mijn ex me de hele tijd smst. Ik zie dit narcistische patroon bij bijna alle Arabische leiders; ik kan de kenmerken zo opnoemen. Ze verbergen hun leegheid achter zelfverheerlijking. Ze omringen zich met mensen die zeggen dat ze fantastisch zijn. Ze zijn heel charmant, maar manipuleren en liegen en geven jou altijd de schuld. Ze dulden geen tegenspraak en eisen altijd meer; ze gaan door totdat jij jezelf helemaal kwijt bent.'

(foto: Frank Mulder)

Rami – niet zijn echte naam – heeft er nooit bewust voor gekozen de confrontatie aan te gaan met de regering in Syrië. 'Ik begon heel naïef, als schrijver van protestliedjes. Mijn broer nam me mee naar communistische jeugdactiviteiten. Ik was nog maar zestien. Je wilt de wereld verbeteren, verder niets. Op een dag werd ik opgepakt. Het ging vooral om mijn liedjes, maar ze wilden ook weten of ik bij de communisten hoorde en wie ik kende. Ze martelden me; ik zat er een maand.'

Hij had wel willen stoppen met zijn liedjes en terug in de anonimiteit willen duiken. 'Maar dat staat een narcistisch regime je niet toe. Het wil je volledige loyaliteit. Bij mijn vrijlating zeiden ze: als je inlichtingen hebt, willen we het horen. Ik zei: goed. Ik was blij dat ik vrij was. Maar later begonnen ze te eisen ze dat ik voor hen ging werken. Ik zou er natuurlijk een huis, een auto en geld voor krijgen. Dat wilde ik niet. Maar als gevolg daarvan kon ik geen goede studie doen en ik kreeg geen werk. Als je ontdekt dat je vastzit in drijfzand, kun je niet meer terug. Je moet hun slaaf worden en jezelf verliezen. Als je dat weigert, slaan ze des te harder terug en verlies je jezelf alsnog.'

Gewetenloos

Rami begon uit te zoeken wie hij voor zich had. Langzaam maar zeker ontdekte hij het gewetenloze karakter van het regime. 'Ik ging me verdiepen in de massamoord op meer dan 30.000 mensen, bij mij in de streek, een paar jaar eerder, om een opstand van de Moslimbroederschap de kop in te drukken. Ik heb als kind de gevechten gezien, de lijken.'

Volgens Rami zijn de al-Assads, de Mubaraks en de Gadhafi's van deze wereld letterlijk gewetenloos. 'Ze geloven echt dat zij goed zijn en dat het land niet zonder hen kan. Maar in werkelijkheid kunnen zij niet zonder hun volk. Ze hebben een prooi nodig om leeg te zuigen – je energie, je geld, je toewijding. Narcisten eten je bijna op. Maar van binnen zijn ze bang en leeg.'

Dat hij de wereld kon verbeteren, geloofde Rami intussen niet meer. 'Ik wist dat de regering onaantastbaar was. Maar ik wilde nog wel een boodschap achterlaten voor de mensen, een vingerafdruk.'

Je gaat sowieso dood

Zittend, slapend, liggend

Je gaat sowieso dood

Ga dan met opgeheven hoofd dood

Leer van de bomen

Een boom gaat staand dood

Zo luidt een van de liedjes van Rami. Hij bleef zingen, voor verschillende oppositiegroepen in het land, voor Koerden, Palestijnen en communisten. Weer werd hij opgepakt en weer werd hij gemarteld. 'Ze wisten me altijd een schuldgevoel aan te praten. Ik zei dat ik vrijheid, democratie en sociale voorzieningen wilde, verder niets. Zij zeiden: “Dat willen wij ook, maar we worden belaagd door Israël, dat de Golan heeft veroverd. We moeten eerst ons leger groot maken, dan kunnen we werken aan vrijheid, maar jij werkt dat doel tegen met je kritiek. Je bent zo ongeduldig.'' En daar raken ze je. Want jij wilt ook dat je land niet meer wordt vernederd.'

Konijn

Angst bindt het hele systeem samen, ontdekte Rami, toen ook hij de onvermijdelijke twee jaar in het leger moest gaan dienen. 'We werden voortdurend gekleineerd. Als we voor een hooggeplaatste stonden, moesten we bijvoorbeeld zeggen: “Ik ben een konijn.'' Dagelijks. Je zag het plezier op hun gezicht. Ze noemen het training. Maar je wordt geen vechter. Ze voeden je niet met melk, maar met angst, genoeg om eeuwen bang van te blijven. Ik verloor alle moed. Ik verloor ook het geloof in het communisme. Het Syrische leger was een kopie van het sovjetleger. Ik raakte alle illusies kwijt en mijn hoofd werd een machine. Overdag trainen, 's avonds lezen en alleen maar piekeren. Ik besloot een moment af te wachten dat ik iets kon doen. Met alle gevolgen vandien.'

'Op een ochtend, tijdens het appel, kondigde de generaal de hoogste staat van paraatheid af. We moesten gaan vechten. Tegen Irak. Toen knapte er iets. Twee jaar lang liegen ze dat Arabische eenheid alles is en dat we ons moeten weren tegen Amerika en Israël. Maar in een paar zinnen krijgen we te horen dat we onder leiding van die vijand Arabische broeders moeten gaan doodschieten. Ik werd gek! Ik dacht: dan schiet ik hém maar dood – maar binnen een paar seconden realiseerde ik me dat ook dat niet kan; als ik niet wil doden, mag ik hem ook niet doden.' Rami besloot naar voren te stappen, op het plein, met drieduizend soldaten en een generaal.

'Ik riep: “Excellentie, ik wil iets zeggen!'' De generaal riep me naar voren. “Mijnheer, ik weiger tegen Irak te vechten'', zei ik.' Rami schudt zijn hoofd. 'Oooh, je wilt echt niet weten wat er gebeurde. Ik voelde helemaal niets: geen angst, geen blijdschap, het was totale stilte in mijn hoofd – ik droom nog steeds van dat moment. De generaal schreeuwde: “Hou je mond, we zijn soldaten van de eeuwige president Hafez al-Assad!'' Ik zei: “Rot op met je Hafez al-Assad!'' Wat er toen gebeurde, herinnert Rami zich niet meer, alleen dat hij van alle kanten werd besprongen en wakker werd in een cel van de geheime dienst in Damascus. 'Ik had 'geluk' gehad. Soldaten mogen niet zomaar worden neergeschoten, behalve als de oorlogstoestand is uitgeroepen. Daar was de generaal net aan begonnen, maar hij was nog niet klaar...'

Maandenlang zat hij meest in een isoleercel. 'De martelingen – onbeschrijflijk. Maar ik had niets te vertellen. Ik hoorde nergens bij, ik had echt geen plan gehad.' Daarna werd hij, half verlamd, overgebracht naar Hangar nummer 3. 'Dat is in de woestijn Tadmur, voor mensen die ter dood zijn veroordeeld. Ik kwam er iemand tegen die er al zeventien jaar zat te wachten op zijn dood. Wat een marteling.'

Gek genoeg merk je juist in het diepst van de cel dat je niet alleen bent, vertelt Rami. 'Ik werd een keer vreselijk gemarteld, maar ik voelde niets. Ze konden me niets doen. Dat deed God. Zonder God had ik het niet overleefd.'

De tijd verstreek. Rami dacht niet dat hij ooit nog vrij zou komen. Tot hij na een lange tijd plotseling werd opgeroepen door de militaire rechtbank. 'Ze vertelden me dat ik dankbaar moest zijn, want de president had me vergeven.' Rami werd overgedragen aan de geheime dienst, want hij was geen landverrader meer, alleen nog een politiek tegenstander. 'Ik mocht gaan als ik met hen mee zou werken en me elke week zou melden. Ik was helemaal in de war. Ik heb getekend, ik zag geen weg meer.' Later bleek dat niet de barmhartigheid van al-Assad, maar druk van mensenrechtenorganisaties ervoor had gezorgd dat hij vrij kwam. Maar het lukte Rami niet om het leven op te pakken. 'Ze bleven me volgen, waar ik ook ging. Ik besloot dat ik weg moest.'

Mooie vrouw

Rami besloot naar Nederland te gaan; hier kreeg hij al snel een status. Wonderwel lukte het goed om langzaam maar zeker een nieuw bestaan op te bouwen. Hij leerde Nederlands, kreeg werk en ging weer optreden als muzikant. Tot een paar jaar geleden. Toen kreeg hij een relatie met een ontzettend mooie, lieve en charmante vrouw. Dacht hij.

Af en toe viel het hem op dat er dingen in zijn huis niet klopten. 'Door mijn verleden ben ik heel achterdochtig. Ik zag bijvoorbeeld dat het stof weg was van een envelop met foto's en brieven van een ex-vriendin. Maar ik raakte ook andere rapporten en mappen kwijt. Alleen mijn vriendin had een sleutel, maar toen ik haar erom vroeg, barstte ze in huilen uit. Ze kon niet begrijpen dat ik haar verdacht.' Totdat hij haar op een dag op heterdaad betrapte, uitgebreid neuzend in al zijn adminstratie op een moment dat ze dacht dat hij op z'n werk was. 'Ze huilde, ze smeekte, ze verdedigde zichzelf, ze zei dat het nooit meer zou gebeuren.'

Rami wist toen nog niet dat hij op het pad was gekomen van een narcist. Hij gaf haar nog een kans. Maar de ruzies werden almaar erger. 'Ze begon te chanteren, te manipuleren, te huilen dat ik haar te weinig aandacht gaf. De ene keer werd ik gepaaid, de andere keer gedwongen. Het was net als in Syrië. Ze gaf me bijvoorbeeld een duur cadeau, of iets anders. Ik wilde het niet aannemen. “Je moet'', zei ze, “het is een teken van mijn liefde.'' Goed dan. Maar een week later moest ik honderd keer zoveel teruggeven. En als ik dat niet deed, sloeg ze me of ging ze mijn vrienden opbellen om te vertellen hoe slecht ik was, want ik had misbruik gemaakt van haar liefde. Je kunt niet meer terug.'

Op een dag, na ongeveer een jaar, brak Rami alsnog met haar. “Je hebt zeker een ander'', zei ze. Maar toen ik onverwacht mijn spullen kwam halen, was er een man bij haar, die al langer haar vriend bleek te zijn.' Ook dat is kenmerkend voor een narcist: de ander beschuldigen van wat je zelf doet. 'Precies hetzelfde als wat het regime altijd bij mij had gedaan. En precies hetzelfde als wat het regime op dit moment tegen de demonstranten zegt.'

Na die dag is de ellende pas echt begonnen, vertelt Rami. 'Ze wacht me op, slaat me, steelt mijn geld en spullen en valt mijn vrienden lastig. Ze heeft al mijn administratie doorzocht, mijn wachtwoorden veranderd en valse e-mails gestuurd. Het stalken maakt me wanhopig. Ik krijg de hele dag door smsjes dat ze me terug wil, en dat ik haar heb misbruikt als ik dat niet doe. Ze weet heel snel achter nieuwe nummers te komen.'

Niet iedereen zal snel verstrikt raken in een relatie met een narcist. 'Haar nieuwe vriend was heel snel bij haar weg. Die was haar fysiek de baas. Ik sla nooit terug, dat weet ze.' Rami is heel principieel, zijn hele leven al. Maar tegen een hoge prijs. Hij is in een depressie beland. 'Justitie kan niet veel doen zolang het niet levensbedreigend is. Aan een straatverbod heb ik niet veel. Het advies bij narcisme is altijd: wegwezen. Een nieuw huis, een nieuwe baan. Nog een nieuwe telefoon. Er is geen alternatief. Ik reis weer met omwegen, net als in Syrië. Waarom wil ze me zo kapotmaken?'

Terwijl Rami aan een vloeitje likt, krijgt hij het laatste nieuws uit zijn geboorteland doorgetwitterd. De huidige president Bashar al-Assad, de zoon van de vorige dictator, reageert met keiharde hand op de protesten. 'Ik maak me grote zorgen. Ik hoop dat de mensen niet terug in hun schulp kruipen. Ze zijn zo bang. De macht zit steviger in het zadel dan in Egypte.'

Of deze al-Assad een echte narcist is, betwijfelde Rami tot voor kort. 'Hij heeft in Londen gestudeerd, in een heel ander milieu. Ik dacht dat hij gewoon de omgeving van zijn vader niet kon veranderen. Maar nu hij zoveel doden op zijn geweten heeft en lachend op zijn positie blijft zitten, begin ik het toch te geloven. En hij is niet de enige. Zijn regering bestaat uit mensen die bereid zijn te moorden voor geld en macht. Zo trekken narcisten – en psychopaten – elkaar aan.'

Angst

Veel mensen zijn bang voor de chaos die kan ontstaan in Syrië. Een dictator zorgt er tenminste voor dat minderheden, zoals christenen, niet de dupe worden van onderlinge strijd, zeggen ze. 'Maar dat is precies de leugen die al-Assad al jaren verkondigt!', zegt Rami. 'Juist in Homs, waar zulke grote betogingen waren, hebben de kerken hun deuren opengezet om demonstranten te ondersteunen. Er is totaal geen geschiedenis van religieuze strijd in Syrië. Er is amper een radicale islam, in tegenstelling tot Egypte of Irak. Er zijn wel veiligheidsagenten die, verkleed als extremisten, opstootjes proberen te creëren, bijvoorbeeld in christelijke wijken. Assad beschuldigt ons van chaos, maar hij is juist degene die de vrede ondermijnt.'

Narcisten halen hun zekerheid uit het zaaien van angst en geweld. 'Ten diepste zijn ze heel onzeker en zwak. Ze kunnen niet zonder de steun van anderen. Mijn ex heeft mensen om bij te klagen over hoe slecht ik ben. Arabische leiders hebben geld en wapens uit het Westen nodig. Niet voor niets eindigen de meeste narcisten, die niet slim genoeg zijn voor een hoge positie, in de cel of in een inrichting. En daarom heb ik tegelijkertijd ook weer zo'n medelijden met mijn ex. Ze is zo ontzettend eenzaam.'

Rami zou nooit, maar dan ook nooit actief geweld gebruiken, zelfs niet als hij ervoor zou worden vermoord. Is dat niet zwak? 'Nee, je bent pas sterk als je geen geweld nodig hebt. En als je kunt vergeven. Dat is wel moeilijk. Daar moet je over kunnen nadenken, alternatieven verzinnen. Ik zie dat het westerse leven daar vaak te druk voor is. Je wordt in Nederland aangemoedigd om vooral heel druk te zijn en aan jezelf te denken. Behalve gelovigen heb ik hier weinig mensen ontmoet die echt interesse hebben in anderen. Ja, ook hier zijn we kleine narcisten aan het kweken.'

Rami, uit Syrië

Rami werd in 1969 geboren in een dorp op 370 kilometer van de Syrische hoofdstad Damascus.

Onder het regime van Hafez al-Assad (1970-2000) was hij een vreedzaam activist. Na een aantal jaren in politieke gevangenschap kwam hij in de jaren negentig naar Nederland.

Hij maakt muziek en werkt in de hulpverlening. Hij heeft op het moment geen vaste woonplaats.




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: , , ,


Reageren?



(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info