De Groene Amsterdammer 51/52 (17 december 2014)
‘De wereld lijkt meer op 1914 dan we denken’
In 1914 ‘slaapwandelden’ de politieke leiders de oorlog in. Volgens de Franse politiek wetenschapper Dominique Moïsi kan ons dit opnieuw overkomen, want onze leiders zijn stuurloos, terwijl populisten de ander als vijand neerzetten.
54 x bekeken- Lees ook: “Uiteindelijk moeten we onderhandelen met IS” (Inter Press Service)
De Eerste Wereldoorlog was een oorlog die niet op de agenda stond. Niemand zag hem aankomen en de naties ‘slaapwandelden’ het slagveld op, zoals de historicus Christopher Clark schreef. Na de dubbele politieke moord in Sarajevo namen verschillende leiders een aaneenschakeling van beslissingen die Europa in het verderf stortten, en niemand was in staat de fatale trein te stoppen.
Je zou zeggen dat we na honderd jaar een eeuw wijzer zijn. Maar het is zomaar mogelijk dat we opnieuw een wereldoorlog in dommelen, waarschuwt de Franse geopolitiek expert Dominique Moïsi: ‘De wereld is in verwarring. Steeds meer mensen hebben het gevoel dat we de geschiedenis niet meer in eigen hand hebben. De crises zijn uitzonderlijk ernstig, maar onze leiders zijn opvallend on-uitzonderlijk. Ze lijken niet de capaciteiten te hebben om ons werkelijk te leiden. Het kan zomaar gebeuren dat ze overdonderd worden door de complexiteit van de internationale politiek en dan zijn we echt alle controle kwijt. De wereld lijkt meer op 1914 dan we denken.’
Moïsi (spreek uit: Mojzie) is een toonaangevend adviseur op het gebied van geopolitiek. Hij heeft les gegeven op Harvard en is een van de oprichters van het IFRI, het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen. Hij reist de wereld over om experts en staatshoofden van advies te voorzien. En hij geeft, met zijn 68 jaren, nog steeds les op het Londense King’s College.
Moïsi is een typisch Europese, humanistische kosmopoliet van joodse komaf. In zijn analyse legt hij vooral de nadruk op identiteit en de emoties die daarmee samenhangen. Zes jaar geleden schreef hij het boek De geopolitiek van emotie. Hij koppelt inzicht in de softe kant van geopolitiek aan een realpolitike beleidsvisie. Van zijn vader, een Auschwitz-overlevende, leerde hij gepassioneerd te geloven in Europese samenwerking. Voor hem is het Westen een bastion tegen reactionaire krachten waar we met militaire macht grenzen aan moeten stellen.
‘Elke paar eeuwen maakt de wereld een seismische verschuiving mee’, zegt hij. ‘We leven nu weer op zo’n breukvlak, zo’n belangrijke transitieperiode. Van een westerse hegemonie gaan we richting een multipolaire wereld. Maar dat gaat gepaard met chaos, met machtsstrijd in de Zuid-Chinese Zee, met een reactionair regime in Moskou en een reactionaire beweging in het Midden-Oosten die een kalifaat wil vormen. Er zit niemand meer aan het roer. De oude machten hebben het niet meer, de opkomende machten willen hun verantwoordelijkheid nog niet nemen.’
Moïsi spreekt langzaam, met korte denkpauzes na elke vraag. Dat is niet omdat hij zijn antwoord nog moet verzinnen, maar omdat hij een ervaren docent is die de luisteraar graag aan de hand neemt, om als een wijze opa zijn wijsheid te ontsluiten. Wat hij zegt over de Eerste Wereldoorlog is geen nieuwe theorie. Zo legt ook Margareth MacMillan in haar boek The War that Ended Peace de nadruk op het verlies van controle. ‘In 1914 dacht iedereen dat oorlog niet mogelijk zou zijn door de internationale handel’, zegt Moïsi. ‘Grote leiders als Bismarck en Salisbury waren weg, middelmatige leiders hadden het overgenomen. Niemand van hen wilde echt oorlog, maar toen het eenmaal begon te rollen, wist niemand hem af te wenden.’
Kenmerkend voor 1914 was ook de nationalistische verleiding. ‘Rusland had te kampen met een binnenlandse beweging die revolutie wilde. In Oostenrijk-Hongarije waren haarden van onvrede. En zelfs in Duitsland en Frankrijk, waar een dag voor de mobilisatie de socialistenleider Jean Jaurès werd vermoord, was het onrustig. De druk om de bevolking door nationalisme te verenigen was groot.’
(Tom Verbruggen / HH)
TOT VOOR KORT ZOU niemand op het idee zijn gekomen om de wereld anno nu met die van 1914 te vergelijken. Maar de crises die in de afgelopen maanden zijn ontstaan, van het Midden-Oosten tot Oekraïne, naast de al bestaande machtsstrijd in de Zuid-Chinese Zee, hebben dat volgens Moïsi veranderd: ‘In 1914 dachten sommige mensen dat een beetje oorlog geen kwaad zou kunnen om de demonstranten kalm te krijgen. In elk geval was dat denken er onder de Russische leiders. En hoe is dat nu in Moskou? Er is zoveel onvrede. Het zou zomaar kunnen dat de mensen, net als in Oekraïne, de straat op gaan om te protesteren tegen de corruptie en incompetentie van de leiders. Het is duidelijk dat Poetin het conflict in Oekraïne heeft uitgebuit om zijn populariteit op te vijzelen.’
Ook de onvrede in Hongkong, die tot grote demonstraties leidde, vindt Moïsi van grote symbolische waarde: ‘Ze zeggen dat Xi Jinping een sterke leider is. Maar wat gaat hij doen als de demonstranten terugkeren? Kan hij de verleiding weerstaan om militaire acties in de Zuid-Chinese Zee op te schroeven om daarmee het nationalisme aan te wakkeren?’
Er zijn natuurlijk een paar grote verschillen met 1914. ‘Er zijn nu kernwapens. Dat is een zeer belangrijk verschil. Met oorlog valt niet meer te spelen, dat weet iedereen. Bovendien hebben we nu twee wereldoorlogen achter de rug. We hebben ervan geleerd, we weten wat de gevaren zijn. Dit neemt allemaal niet weg dat het risico bestaat dat we de controle verliezen.’ En, zegt Moïsi, net als toen gaat het niet om rationele economische belangen. Onderhuids speelt een veel belangrijker strijd om identiteit.
Dit raakt de kern van Moïsi’s manier van kijken. Volgens de Fransman wordt de geopolitiek veel meer door emoties beïnvloed dan we vaak beseffen. Daar kwam hij vele jaren geleden al achter toen hij onderzoek deed naar de vijandschap tussen Israël en de Palestijnen. ‘Als ik via de Franse consul met Palestijnen sprak, proefde ik een gevoel van vernedering, veroorzaakt door een lange periode van kolonialisme door westerse machten. Als ik via de Franse ambassade met joden sprak, merkte ik veel meer wrok, naar Europa toe, het continent dat ze ooit hadden vertrouwd maar waar ze waren verstoten.’
Zo kwam hij op het idee om de internationale betrekkingen te analyseren vanuit emoties. ‘Ik begon de wereld in kaart te brengen. Natuurlijk, overal bestaat een mix van emoties, zoals ook een schilderij uit vele kleuren bestaat. Toch kun je meestal zeggen welke kleur overheerst. Mijn zoon is psychoanalyticus. Ik ben psychoanalyticus van landen en culturen. Mijn taak is helderheid te geven in de chaos. Want sommige emoties moet je koesteren, maar andere moet je in het gareel leren houden.’
‘Na twee wereldoorlogen weten we wat de gevaren zijn, maar desondanks bestaat het risico dat we de controle verliezen’
De emoties die Moïsi in zijn boek onderscheidde, hebben allemaal te maken met vertrouwen. Vertrouwen is de basis van hoe een volk zich voelt en gedraagt. In Europa, het continent dat zijn macht en invloed ziet afnemen, zag hij ook het vertrouwen afbrokkelen. Kort gezegd: gisteren was het goed, vandaag is het minder en morgen wordt het nog erger. De dominante emotie in Europa, zag Moïsi, was angst. In Azië is het andersom. Gisteren was het slecht, vandaag is het beter en morgen zal het nog beter zijn. Azië is het continent van de hoop. In het Midden-Oosten is het nog weer anders. Het verleden was glorieus, het heden is vreselijk en een toekomst, die bestaat niet. Het gevoel van vernedering is hier de dominante emotie.
‘Emoties hebben fundamentele invloed op de wereldpolitiek. Ik denk dat de geschiedenis in 1988 veranderde, toen het tot Ronald Reagan doordrong dat Michael Gorbatsjov geen klassieke communist was. Tegen het advies van al zijn adviseurs in volgde hij zijn intuïtie, en die zei: deze man is geen vijand, hij is te vertrouwen. Het was een positieve emotie, waarmee hij een beslissende invloed op de geschiedenis had.’
Het is allemaal geen hogere wiskunde. Moïsi deed in zijn boek niet veel meer dan wat algemene indrukken op een rijtje zetten over de verschillende beschavingen in de wereld. Toch raakte het boek een snaar, alleen al gezien de 27 talen waarin het uitkwam. Blijkbaar was het een aspect dat ondergewaardeerd was in de internationale betrekkingen.
Zou uw analyse nu, zes jaar later, nog hetzelfde zijn?
‘In grote lijnen wel, maar de negatieve emoties waar ik voor waarschuwde, zijn gegroeid. Azië is nog steeds het continent van de hoop. Al staat die wel onder druk door de groeiende kloof tussen arm en rijk. De vernedering in het Midden-Oosten is verder verdiept. Ik wijt dat grotendeels aan het rampzalige beleid van George Bush, die de bevolking van het Midden-Oosten in diepe desillusie heeft achtergelaten. In 2003 voelden ze zich aangevallen in Irak, maar in 2013 voelden ze zich in de steek gelaten. Islamitische Staat is hier het product van. Obama bracht echte hoop, maar hij heeft het niet kunnen waarmaken. En dan Europa. Helaas moet ik constateren dat de emotie waar ik voor waarschuwde, de angst, verder is gegroeid.’
Om wat voor angst gaat het dan? Angst voor economische teruggang?
‘Ja, zeker, maar dat gaat gepaard met angst voor de ander, die we als vijand zien. Ik kan het illustreren met een voorbeeld uit mijn eigen leven. Onlangs liep ik met mijn vrouw op het strand. Ik zag een van top tot teen gesluierde vrouw bij de zee staan, met haar peuter, die in het water stond. Een man met een baard kwam net aan met zijn bootje. Ik zei tegen mijn vrouw: moet de politie dit niet weten? Het geeft aan dat de angst in mijzelf zit. Die is reëel, een beetje angst kan heel gezond zijn. Die is soms ook gebaseerd op feiten. Maar de angst wordt aangewakkerd door demagogen en populisten.’
Het bestaan van die emoties zal niemand ontkennen. Maar gaat het uiteindelijk in de hoogste kringen niet gewoon om olie en gas?
‘Politiek gaat ook over olie, over berekening en geografie. Maar zonder emoties missen we iets fundamenteels. De mens leeft niet van brood alleen, zegt de bijbel. De jonge Europeanen die zich vrijwillig aansluiten bij IS gaan er niet naartoe voor de olie, ook niet voor het salaris. Ze gaan voor het avontuur. Thuis voelen ze zich buitengesloten. Contrasteer dat eens met de duizenden jongeren in Hongkong, die de straat op gingen omdat ze hun vertegenwoordigers willen kiezen. Wat een verschil! In Europa blijken drieduizend jongeren, ook bekeerlingen, bereid te zijn om te vechten tegen dit ideaal van democratie. Dat heeft met olie niets te maken. En dat is wat zo diep schokkend is voor ons. We zien ineens dat onze eigen cultuur monsters heeft gebaard. Onze kinderen, een product van falend onderwijs en falend integratiebeleid. Hoe kan dat?’
Wat is daarop uw antwoord?
‘Mensen in Europa hebben meervoudige identiteiten. Ik ben joods, Europees en Frans. Dat sluit elkaar niet uit, dat maakt me juist rijker. Mensen kunnen prima leven met verschillende identiteiten, zolang ze zich goed voelen met wat de kern van hun identiteit uitmaakt. Zo niet, dan verliezen ze het vertrouwen in zichzelf en groeit het ressentiment. De jihadisten die zich tegen ons keren, keren zich ook tegen zichzelf. Ze zijn een vijand van hun eigen identiteit. Dat blijkt ook uit interviews. Ze walgen van hun eigen cultuur van armoede, alcohol en criminaliteit en hebben zich in plaats daarvan aangesloten bij de meest radicale vorm van de islam.’
Het gevolg van falend beleid, zegt u, maar is dat ressentiment niet het gevolg van een vijanddenken dat diep ingebakken zit in de leer en de geschiedenis van de islam?
‘Kunnen we toestaan dat IS een autonome terroristenstaat wordt, met het doel ons te vernietigen? Dat kan niet’
‘Dat weet ik niet. In Europa hebben we net zo goed dit soort extreme intolerantie gezien, denk aan Girolamo Savonarola met zijn kunstverbrandingen in Florence, aan het eind van het Quattrocento. Zo’n extremisme is geen product van religie, maar van de menselijke natuur. Wat ik in elk geval weet, is dat Europese moslims ressentiment voelen jegens ons. Eerst hebben ze geen werk en geen kansen gekregen, en nu willen we eigenlijk ook nog dat zij ons uit de brand helpen door afstand te nemen van IS. Nee hoor, los het zelf maar op, denken ze. Ten diepste voelen zij zich helemaal geen deel van onze identiteit. Dit punt missen wij volledig.’
Als u gelijk heeft, dan heeft dat nogal consequenties voor ons buitenlandbeleid. Dan moeten we direct stoppen met IS bombarderen, want dat is natuurlijk olie op het vuur van de vernedering.
‘Dat is een moeilijke discussie. Ik denk dat we wel moeten vechten, met vermijding van de fouten die we eerder maakten. Het antwoord is dat het deze keer geen oorlog uit vrije keuze is, zoals president Obama terecht zei, maar een oorlog uit noodzaak. Kunnen we toestaan dat IS een volledig autonome onafhankelijke terroristenstaat wordt die het gebied van Irak en Syrië bestrijkt, met het doel ons te vernietigen? Dat kan niet. We moeten dit kwaad indammen.’
Dus uiteindelijk hebben we niets aan het emotieverhaal. Uiteindelijk gaat het toch weer, ongeacht de vernedering die de bommen brengen, om realpolitik: vijanden verslaan.
‘Misschien wel als het gaat om het bestrijden van IS. Maar in ons gedrag thuis kunnen we wel degelijks iets anders doen. Wat doen we met onze angst? Gooien we olie op het vuur omdat dat ons stemmen oplevert, zoals Bush, Le Pen en Wilders hebben gedaan? Of bieden we hoop, zoals Obama probeerde? Het doel van terroristen is ons zo ver te brengen dat we onze waarden opzij zetten. Hoe meer identiteiten je hebt, des te beter je moet weten wat je kernwaarden zijn.’
En dat zijn?
‘Tolerantie. Respect voor andere culturen. Democratie. De rechtsstaat. Het betekent concreet dat we moslimvrouwen respecteren als ze een sluier willen dragen. Mensen zijn vrij om meervoudige identiteiten te hebben. Ik zou alleen gezichtsbedekking verbieden. In onze christelijke cultuur is het gezicht, aankijken, de basis van onderlinge relaties. Dit is een voorbeeld. Don’t play with values. Sommige mensen zeggen dat we ons niet zo hard moeten opstellen tegen Rusland, omdat we voor de economie van ze afhankelijk zijn. Ik verzet me daartegen. Uiteindelijk zijn onze waarden anders dan die van Rusland. Als ik in een debat de Russische ambassadeur spreek en ik hoor zijn propaganda, dan weet ik dat. Rusland kiest voor een agressief nationalisme. Wij moeten dat indammen, uit naam van onze waarden, anders stopt het niet.’
Maar het voelt ook wel fijn dat u hen zo als vijand neerzet. Gelooft u echt dat wij zo vrij zijn van propaganda, nationalisme en energiebelangen? U stelt veel vertrouwen in de machthebbers hier.
‘Als het gaat om intenties vertrouw ik ze, ja. Ik geloof niet dat onze leiders achter onze rug om stiekem oorlog willen. Het is Rusland dat oorlog wil, niet de democratische landen. Maar dat ik de intenties van onze leiders vertrouw, betekent niet dat ik hun competenties vertrouw. Ik weet niet zeker of ze goed weten wat ze doen. Dit is het metaprobleem van de democratie: de kwaliteiten die je nodig hebt om te regeren, zijn onverenigbaar met de kwaliteiten die je nodig hebt om gekozen te worden. En daarmee zijn we terug bij 1914. We hebben geen leiders die ons helderheid geven. We zijn ten prooi aan algemene verwarring.’
Wat moeten we doen om te voorkomen dat we verder afzakken?
‘Politici moeten de waarheid vertellen. Politici moeten eerlijk durven uitleggen wat er, in alle chaos, gebeurt. En politici moeten de dreigingen durven indammen en tegelijkertijd weigeren te spelen met angst. Ze moeten net als Churchill eerlijk zeggen dat het zwaar gaat worden, maar dat het ons zal lukken, omdat we in onze waarden geloven. Omdat de kracht van het leven sterker is dan die van de dood. Ik ken de tragiek van het leven, maar ik ben optimistisch van nature.
Uiteindelijk worden mensen het bloedvergieten zat. Onthoofdingen zijn spannend, maar na een tijdje wordt het een herhaling van hetzelfde en beginnen mensen zich te realiseren dat er meer is in het leven. Ik denk dat mensen kunnen leren van de geschiedenis. Al doet niet iedereen dat tegelijkertijd.’
Dominique Moïsi was dit najaar in Nederland op uitnodiging van het Soeterbeeck Programma, voor de jaarlijkse Radboudlezing in Nijmegen.
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- Europa spoort niet (VPRO Gids)
Gebruikte Tags: europa, geschiedenis, geweld, globalisering, middenoosten, populisme, vrede