Karavaan der Zotten (19 april 2024)
Wij weigeren vijanden te zijn
Midden in bezet gebied probeert de Palestijnse Daoud Nassar met zijn familie om niet te vechten, niet te vluchten én niet lijdzaam toe te kijken.
79 x bekeken- Lees ook: Het apocalyptische denken van René Girard (overig)
"Wij wonen in Bethlehem, onder Israëlische bezetting. Een eindje buiten de stad, bij het dorpje Nahalin, ligt het land van mijn familie, ‘de wijngaard van Daher’. Het was al van mijn grootouders. Ook zij leefden al in bezet gebied. Toen ze werden geboren was het landdeel van het Ottomaanse rijk. Ze hoopten dat het beter zou worden, maar toen de ene bezetting stopte, begon de volgende. Toen de Ottomanen weggingen, kwamen de Britten.
Mijn grootouders teelden olijven, druiven, amandelen, fruit en tarwe, en ze sliepen in grotten. In die tijd kregen ze al de visie om, geworteld in het land, te bouwen aan een plaats van genezing. Een plek waar mensen kunnen genezen van trauma. Een plek van innerlijke vrede. Dat was de hoop van mijn grootvader, samen met de oom van mijn vader. Die visie hebben we vandaag de dag nog steeds. Sinds 2000 is ons land het thuis geworden van een vredesproject, onder de naam Tent of Nations, met zomerkampen, jeugdactiviteiten en conferenties.
Nu is het Israëlische leger de bezetter. Ze treiteren ons, kappen olijfbomen, vernielen waterleidingen en blokkeren de wegen. Maar mijn grootvader heeft het goed geregeld, als een van de weinigen heeft hij zijn land al in de Ottomaanse tijd laten registreren. Om dit te bewijzen moesten we naar de militaire rechtbank, maar dat is een partijdige instelling. Het leger wil het land hebben om te koloniseren. De zaak kwam voor het Hooggerechtshof, dat het uiteindelijk weer terugverwees naar de militaire rechtbank. We zijn nu vele rechtszaken en meer dan honderdduizend euro verder, maar nog steeds zijn er sloopbevelen tegen ons van kracht. De militaire rechtbank heeft nu bepaald dat we opnieuw eigendomsregistratie moeten aanvragen. Maar… dit hele proces wordt continu uitgesteld en uitgesteld, en ondertussen proberen ze de ‘feiten op de grond’ te veranderen. Ze willen ervoor zorgen dat het onmogelijk voor ons wordt om op dat land te blijven.
Sinds 7 oktober vorig jaar is het geweld van de kolonisten toegenomen. Veel boeren kunnen niet oogsten of zelfs op hun land komen. De toegangsweg naar ons land was al geblokkeerd, en nu komen er alleen maar wegafsluitingen bij. Er kunnen nauwelijks nog internationale vrijwilligers komen, die we zo nodig hebben voor onze bescherming. We worden steeds verder geïsoleerd. Ondertussen gaan ze een andere weg over ons land heen bouwen. Op veel plekken kunnen we niet meer veilig komen, om voor de olijfbomen te zorgen, vanwege het geweld van de kolonisten. Ze komen op ons land, richten hun geweren op ons, schreeuwen, en alles in het Hebreeuws. Je weet in zo’n situatie niet wat je moet doen, je weet niet hoe je moet bewegen om te voorkomen dat het verkeerd afloopt. Dit gebeurt op dagelijkse basis. Elke dag kan er iets ergs gebeuren, en we hebben geen bescherming, want ons land ligt in ‘Area C’ van de Westelijke Jordaanoever en dat betekent dat de Palestijnse Autoriteit hier geen zeggenschap heeft. We kunnen niet de politie bellen als er iets gebeurt. We voelen ons heel onveilig.
In zo’n situatie kun je verschillende dingen doen. Terugslaan. Alles lijdzaam accepteren. Of vluchten. Veel Palestijnse christenen kiezen voor het laatste. Maar wij geloven dat er nog een andere weg is, en dat is de Jezusweg. De weg van geweldloosheid en van liefde. Ons motto is: ‘Wij weigeren vijanden te zijn.’
Met deze houding wil je dat de ander door jouw lijden gaat zien dat jij menselijk bent. Je wilt zijn perspectief veranderen, en zeggen: ‘Waar heb je het over, ik ben jouw vijand helemaal niet.’ Als je dat alleen al zegt, krijg je vragen. Jij neemt dus het initiatief over. Daarvoor moet je in jezelf wel eerst Gods vrede toelaten. Je moet die vrede eerst krijgen voordat je die gave met anderen kunt delen. Dat moesten de discipelen van Jezus ook ontdekken, voordat ze erop uit gingen. Je moet je eerst met God verzoenen. Maar vervolgens moet je het gaan uitleven.
Het is heel natuurlijk dat mensen in ons land voor geweld kiezen. Ze zeggen dat Israël begon. Maar Israël zegt dat de Palestijnen begonnen. Daar kom je niet uit. Ik kijk liever naar het resultaat. En het resultaat is altijd: nog meer haat, bitterheid en frustratie. De Jezusweg leidt tot iets anders. Je ziet het niet in één dag, het enige wat je ziet is deze ene stap, maar uiteindelijk is er altijd resultaat.
Jezus is ook geboren in een tijd van bezetting. Hij moest kort na zijn geboorte vluchten, naar Egypte. Hij was een vluchteling, hij was arm. Hij werd niet geboren in een mooi huis, maar in een grot, een soort stal. En toen hij volwassen was, koos hij ervoor om zijn leven te delen met de lijdende mensen die hij onderweg tegenkwam. Hij ging niet naar de aandachtscentra van de wereld en hij koos als leiders van zijn beweging geen belangrijke mensen. Hij koos eenvoudige mensen, die hij opleidde om zijn booschap van hoop verder te verspreiden.
Christ in the Rubble (Kelly Latimore – RedLetterChristians.org/gaza)
God is een God van de rubble, van de brokstukken. Hij is te vinden in de brokstukken van onze wereld. Maar niet alleen daar. God is overal. Hij komt ons tegemoet in de brokstukken, maar Hij tilt ons er ook uit op. Je kunt de God van de brokstukken niet ervaren zonder te lijden. Soms vragen we af waarom dat moet. Waarom verlost God ons niet van het lijden? Dat is heel menselijk. Wij willen altijd weten: waarom? Maar uiteindelijk komt God bij ons. Hij komt naar ons toe om ons te bezoeken en ons op te tillen.
Ik zou zeggen dat Jezus niet kwam om mensen te bekeren om christen te worden. Hij was revolutionair. Lees de Bergrede: hij keerde alles om. Hij koos de arme en zwakke mensen om de trots van de wereld te overwinnen. Dat is de weg die we moeten volgen. We moeten opkomen voor rechtvaardigheid. Lees het verhaal van Jezus op het plein van de tempelmarkt: hij was boos om het onrecht dat daar gebeurde.
Het is voor ons belangrijk dat wij opstaan en onze stem verheffen tegen het onrecht dat gebeurt. De wereld is gek geworden. De wereld hanteert dubbele standaarden. Zelfs het recht om te bidden of te leven op onze eigen manier wordt niet gerespecteerd. We moeten daartegen opstaan. Maar dat betekent meer dan alleen solidariteit uitspreken met mensen die lijden. We moeten delen in het lijden. Dat betekent niet praten, maar doen. De hele dwaasheid die we om ons heen zien kunnen we niet veranderen door erover te blijven praten. Je kunt alleen maar iets veranderen door te doen. Dat kan met kleine stapjes. We moeten allemaal ons kruis dragen, zegt Jezus. Elk stapje kan een verschil maken en de wereld veranderen. Elk stapje kan helpen om de ogen van mensen te openen. Want de waarheid, dat is wat ons vrij zal maken.
Wij zien hier heel veel lijden om ons heen. We zien kinderen die getraumatiseerd opgroeien. Het is heel moeilijk om vergeving in de praktijk te brengen. We hebben genezing nodig. We moeten leren om vrede in ons eigen hart te krijgen. Ik moet dan altijd denken aan Paulus en Silas die in de gevangenis zaten. Ze gingen zingen en daardoor gingen hun ketenen los. Er is geen andere manier.
Dit bestaat niet uit mooie woorden zeggen. Dit bestaat uit oefenen. De Tent of Nations is een plaats waar dat kan. De negatieve energie en de woede die we voelen zetten we om in het bewerken van het land. En zo willen we, midden in de gevangenis en de onvrijheid, werken aan innerlijke vrede."
Deze tekst is gebaseerd op een lezing van Daoud Nassar op 6 april in Utrecht, aangevuld met zinnen uit een eerder interview dat ik met hem had.
Wil je de familie helpen? Kom dan langs en help door je aanwezigheid mee om het land te beschermen. Zie www.tentofnations.com.
Gerelateerde artikelen
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- 'Gastvrijheid mag je nooit uitbesteden' (overig)
Gebruikte Tags: geloof, middenoosten, vrede