De Nieuwe Koers (februari 2011)

'Westerse mensen zijn spiritueel arm'

De ranzigheid van de seksindustrie en de glamour van Crystal City. Het zijn de werelden die jurist en mensenrechtenactivist Gary Haugen wil verbinden. Met succes. "Ik kan het niet verklaren zonder bovennatuurlijke macht."

501 x bekeken

Hij heeft een uur en in dat uur wil hij eigenlijk ook nog zijn bord pasta opeten. IJdele hoop, want als Gary Haugen (47) eenmaal aan de praat raakt over wat hem drijft, blijft er voor aardse zaken weinig over. De Amerikaanse jurist en oprichter van 'International Justice Mission' (IJM) is in Nederland om te vertellen waarom niet honger, aids of malaria het grootste veroorzaker van armoede is, maar de falende arm der wet. En hoe het komt dat we God niet meer ervaren.

 

Gary Haugen houdt ervan om twee schijnbaar onoverbrugbare werelden te verbinden. De ene wereld is zijn kantoor in Crystal City – alleen door een rivier gescheiden van de macht in Washington. De statige bureaus ademen de marmeren, donkerhouten sfeer van Harvard en Chicago, waar hij studeerde. "Gods kracht werkt door mijn zwakheid," zegt hij. "Maar dat betekent niet dat je niet alles moet doen om professioneel en degelijk te werk te gaan." Hij heeft al verschillende malen als deskundige moeten optreden voor het Congres.

Met zijn andere been staat hij in de wereld van de smerigheid en de corruptie, de wereld van de smoezelige seksindustrie in de Filipijnen, India en Cambodja, waar hij in zijn boek Vrijheid voor Linh over vertelt. Het lijkt een onwaarschijnlijk jongensboek. Hij liet mensen undercover infiltreren in bordelen, om alles in kaart te brengen zodat de politie niet anders meer kon dan de hele boel oprollen en de pooiers in de cel zetten.

 

Gary Haugen heeft een boodschap voor die wereld. Hij zet zich in om mensenhandel te bestrijden. Maar hij heeft ook een boodschap voor de wereld waar hij zelf vandaan komt. "In ontwikkelingslanden zitten mensen vast in onrecht. Daar wil ik iets aan doen. Maar in het Westen zitten mensen vast in spirituele armoede. Zo veel mensen weten niet wat de zin van hun leven is. Ze worden opgeslokt door zorgen en futiliteiten. Ook in de kerk. Ze zien nauwelijks nog waar ze God kunnen ervaren."

 

Georganiseerde armoede

In de jaren tachtig ontdekte Haugen iets radicaal anders. Terwijl Amerikanen via de buis werden doodgegooid met commerciële televisiedominees, besloot hij stage te lopen bij het 'Nationaal Initiatief voor Verzoening in Zuid-Afrika', geleid door aartsbisschop Desmond Tutu. Drie dagen nadat hij was aangekomen in een sloppenwijk, werd de noodtoestand afgekondigd. Dominees werden in de cel gezet, zwarten werden in elkaar geslagen. "Ik zag ongelijkheid en de armoede en het was nog bewust georganiseerd ook. Mensen werden met geweld uitgesloten." Hij ontdekte dat de schrijver Solzjenitsyn gelijk had toen hij schreef: 'Geweld leeft niet alleen en kan niet alleen leven: het is noodzakelijk verweven met leugens. Tussen hen ligt de meest intieme, diepste natuurlijke band. Geweld kan enkel schuilen bij leugens, leugens vinden enkel steun in geweld.'

 

"En toch," gaat Haugen verder, "zag ik mensen die zonder angst de strijd aangingen. Dat kwam door hun geloof. Ze waren niet bang, ondanks alles, ook al werden er mensen vermoord. Weet je waarom? Omdat ze geloofden dat het waar is wat er in de Bijbel staat. Ze handelden alsof het waar was, en hun angst verdween."

Wat staat er dan in de Bijbel? "Dat God aan de kant van gerechtigheid staat. In de hele geschiedenis is Hij aan het werk om zijn wil te realiseren, niet alleen in de hemel, maar ook op aarde. Hij staat aan de kant van het recht en komt op voor de weduwen, de wezen en de verdrukten. Dat is Zijn karakter – en dat zouden wij moeten weerspiegelen." Op zo'n manier is de strijd tegen onrecht niet gebaseerd op haat of frustratie, maar op liefde. "Als je grootmoeder van haar land zou worden verdreven, zou je ook in actie komen, uit liefde voor haar. Zo werkt Gods passie voor gerechtigheid: het komt voort uit liefde."

 

Massamoord

Begin jaren negentig werd Haugen advocaat bij de burgerrechtenafdeling van het ministerie van Justitie, maar het onrecht in ontwikkelingslanden liet hem niet meer los. Toen hij in 1994 werd uitgeleend aan de Verenigde Naties om onderzoek te doen naar de genocide in Rwanda, ontdekte hij een patroon. In zijn studententijd had hij al eens meegewerkt aan een onderzoek naar de schuldigen achter een massamoord op de Filippijnen. Het hele onderzoek belandde ongebruikt in de la. "In Rwanda zag ik het weer: al die doden, al die misdaden. Het was allemaal tegen de wet van het land zelf. En toch kon het blijven doorgaan. Waarom? Omdat het om arme mensen ging. Voor hen geldt de wet niet!"

 

Als jurist heeft Haugen een rotsvast geloof in goede wetten. Ook het toenemende belang van mensenrechten over de hele wereld juicht hij toe. "Maar arme mensen hebben er niets aan. Voor vier miljard mensen op aarde zijn ze niets waard. Er is namelijk geen rechtsstaat om ze te handhaven. Als wij een probleem hebben, gaan we naar de politie. Als een arm persoon een probleem heeft, haalt hij dat wel uit zijn hoofd. Een agent is iemand waar je bij uit de buurt moet blijven."

 

Bordelen

Gary Haugen zag overal fantastische organisaties die medische zorg, voedsel en onderdak leverden aan arme mensen. Maar niemand richtte zich op het redden van mensen die het slachtoffer zijn van dagelijks geweld. "Ik was in Cambodja, in de buurt van Phnom Penh. In de bordelen werden kinderen en vrouwen vastgehouden voor seks, en een paar meter verderop waren mensen bezig met ontwikkelingsprojecten. Maar waarom haalde niemand de kinderen eruit?" Hij ontdekte hoe dat kwam: doordat de politie de bordeelhouders beschermde. De steekpenningen waren een noodzakelijke bron van inkomsten. En al hadden ze iets willen doen, niemand had de daders willen berechten. "Arme mensen leven in een permanente staat van wetteloosheid."

 

"Dat heeft historische wortels," legt Haugen uit, "want in veel landen stamt het rechtssysteem nog uit de koloniale tijd. De wet was niet opgesteld om arme mensen rechten te geven, maar om hen te controleren. Die systemen zijn nooit veranderd. Daarom vinden regeringen het prima om onder druk van het Westen allerlei wetten aan te nemen. Ze hoeven toch niet te worden uitgevoerd."

 

Het gaat er niet om dat iedereen corrupt is, het probleem zit in het systeem. "Het recht is geprivatiseerd. Rijke mensen huren private beveiligers in. Als ze een conflict hebben, gaan ze niet naar de rechter, maar lossen ze het op met steekpenningen. Armen kunnen dat niet betalen." Er zijn dus ook amper advocaten in ontwikkelingslanden. Sommige bedrijven in New York hebben meer advocaten in dienst dan er in heel Zambia of Cambodja rondlopen. India heeft er voor iedere miljoen mensen maar elf. In India is meer dan tweederde van de gevangen nooit officieel veroordeeld.

 

Nieuwe organisatie

Toen Haugen terug kwam uit Rwanda en thuis weer naar de kerk ging, voelde hij zich verloren. Hij kon zijn gedachten niet afhouden van de Rwandese kerk, waar een groep Tutsi's met hakmessen was afgeslacht, vertelde hij eens tegen een journalist. Hij had grote vragen. God is toch de God van het recht? Wat doen we hier dan nog? Hij besloot een nieuwe organisatie op te richten. Die zag in 1997 het licht. Een organisatie die er geen activisten en ontwikkelingswerkers op uit zou sturen, maar juristen, advocaten en juridisch dienstverleners. Hij nam een medewerker in dienst, zette een bureau klaar voor twee stagiairs, en ging aan de slag.

 

IJM is snel gegroeid. Op dit moment werken er in totaal een paar honderd christelijke advocaten, maatschappelijk werkers en juristen, op verschillende kantoren in twaalf ontwikkelingslanden. Het is hun doel om de ergste gevallen van seksuele uitbuiting, slavernij en geweld aan te pakken, samen met lokale autoriteiten. Ze willen een structurele verandering teweegbrengen door specifieke gevallen uit te kiezen. Dat helpt, schreef Haugen vorig jaar in het prestigieuze tijdschrift Foreign Affairs. Politie, advocaten en rechtbanken leren hierdoor effectief zaken aan te pakken, heel concreet, één voor één. Dat geeft mensen het vertrouwen in het recht weer terug, waardoor er een sneeuwbaleffect optreedt.

 

Undercover in de seksindustrie

Een van de opzienbarendste acties van Haugens organisatie was de infiltratie in Sway Pak, een dorp nabij Phnom Penh, zoals te lezen is in Vrijheid voor Linh. Undercoveragenten van IJM brachten de lokale seksindustrie in kaart en stuitten op tientallen kinderen die werden vastgehouden voor sekswerk. Met hun hulp – en in aanwezigheid van een cameraploeg van het Amerikaanse programma Dateline – kon de politie twee bordelen oprollen en een aantal seksslaven bevrijden.

 

Dergelijke acties staan nogal eens bloot aan kritiek. Volgens sommige mensen worden er door de politie niet alleen pooiers, maar soms ook vrouwen opgepakt. Er zijn bovendien vrouwen die klagen dat ze hun enige bron van inkomsten kwijt zijn. Los van wat daarvan precies klopt: het probleem van seksindustrie zit heel ingewikkeld in elkaar. Moet je daar nu met overdonderende macht komen binnenvallen? "Ik denk dat de meisjes die er dagelijks verkracht werden, in het achterkamertje, en besmet raakten met hiv, die vraag een beetje raar zouden vinden. Zij zijn nu vrij."

Toch rijst de vraag of het niet gevaarlijk is om van bovenaf door het onrecht heen te vegen en te denken dat je het kunt uitbannen. Volgens Haugen gaat hij heel zorgvuldig en professioneel te werk. "We doen alles met medewerkers die uit het betreffende land komen, advocaten, maatschappelijk werkers, iedereen. En we doen het samen met de lokale autoriteiten."

 

Doodsbedreigingen

Het werk van IJM is gevaarlijk werk. "Als je strijdt tegen de krachten van geweld, gaan die terugvechten. Dan komt het geweld achter jou aan. Als je mensen verdedigt die geweld zijn aangedaan, wordt je bedreigd. Dat is natuurlijk het gevaarlijkst voor de mensen die undercoveronderzoek doen. Als zij worden ontmaskerd, worden ze zelf gepakt. Er zijn medewerkers in elkaar geslagen, gekidnapt en door menigtes aangevallen. Sommige van onze advocaten hebben doodsbedreigingen gekregen."

 

Toch geeft deze strijd Haugen energie. Juist door dit soort momenten kom je erachter wie God is. "Allereerst doordat je zelf verandert. Je ontdekt ineens dat je God nodig hebt. Dat zie je ook in de psalmen: als je zelf machteloos bent, mag je naar God toe om hulp te vragen. We zijn vaak te rijk en te veilig om Gods hulp echt nodig te hebben." En die hulp, die gééft God. "Er gebeuren echt wonderlijke dingen. Er zijn momenten dat we ineens beschermd worden voor geweld, dat een regeringsambtenaar ineens van gedachten verandert, of dat een kind ineens tot leven komt nadat het vreselijk misbruikt is. Soms kan ik het niet verklaren zonder bovennatuurlijke macht."

 

Zwakheid is geen slapheid

Het gebed is hier heel belangrijk bij. Elke werkdag beginnen de medewerkers met een half uur stilte. "In het gebed voel je troost en krijg je hoop. Ik merk dat ik kracht krijg die ik niet van mezelf heb. Van mezelf heb ik de neiging om bang te zijn, of voor mijn hachje te zorgen, maar als ik bid, voel ik me verbonden met de God van gerechtigheid. Hij toont zijn kracht door onze zwakheid, zegt de Bijbel." Waarbij zwakheid overigens niet hetzelfde is als slapheid. "Macht is een eigenschap van God. Hij is niet alleen de God die kwetsbaar is, maar ook de God die koningen ten val brengt. Er zijn machtige autoriteiten nodig om recht te doen in een maatschappij. Het is onze taak om, heel profetisch, de autoriteiten op te roepen die macht goed te gaan gebruiken."

 

Uiteindelijk zijn het dus niet alleen de corrupte ambtenaren in het Zuiden die moeten veranderen, maar ook wij, de rijke christenen die soms niet echt meer geloven dat God door ons heen het onrecht kan breken. Maar hoe valt dat concreet te maken, behalve eraan denken en geld geven? "Dat is al heel wat! Ik denk dat veel mensen het al moeilijk vinden om stil te staan bij het feit dat er op dit moment zevenentwintig miljoen slaven worden uitgebuit. Ik denk dat we onze vervulling pas vinden als we ons verbinden met mensen die lijden. Als wij ons daarvoor openstellen, zal ons hart weer tot leven komen."

 

 

<h3>Gary Haugen</h3>

 

Gary Haugen (1963) werd geboren in Sacramento in de Verenigde Staten.

Hij behaalde zijn bachelor sociale wetenschappen aan de Harvard Universiteit en deed een masterstudie rechten aan de Universiteit van Chicago.

Na zijn studie werkte hij bij de Lawyers Committee for Human Rights en bij het Amerikaanse ministerie van Justitie. In 1994 leidde hij het VN-onderzoek dat bewijs moest verzamelen tegen de plegers van genocide in Rwanda.

 

In 1997 richtte Haugen de International Justice Mission op om mensenhandel en uitbuiting te bestrijden en te werken aan de versterking van de rechtsstaat. IJM heeft nu afdelingen in alle werelddelen.

 

Momenteel woont hij met zijn vrouw en vier kinderen (tussen 12 en 16 jaar) in Washington D.C.

 

Online www.ijmnl.org en www.vrijheidvoorlinh.nl. Volg Gary Haugen op twitter, @garyhaugen




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: ,


Reageren?



(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info