Trouw (4 juli 2013)
Ongeloof werkt als geloof, zeggen sociologen
Het atheïsme trekt in religieuze landen vooral hoger opgeleiden, zeggen sociologen. In seculiere landen mensen met minder scholing.
53 x bekeken- Lees ook: Sinterklaas en genade (Nederlands Dagblad)
Het nieuwe atheïsme van mensen als de Britse schrijver Richard Dawkins is populair, ook in Nederland. Volgens de fans van deze Engelse bioloog is het voor de rationele mens niet genoeg om er zelf achter te komen dat God een fabeltje is. Nee, we moeten het geloof actief bestrijden en in elk geval verbannen uit de publieke ruimte en de scholen. Een paar jaar geleden konden we het zelfs via spotjes horen en lezen: “Er is waarschijnlijk geen God. Durf zelf te denken en geniet van dit leven.”
Waar komt dit missionaire atheïsme vandaan? Hoe wordt iemand van een gewone ongelovige tot een bestrijder van geloof? Sociologen hebben daar tot nog toe weinig naar gekeken. Stilzwijgend wordt er vaak vanuitgegaan dat meer mensen zich zullen verzetten tegen antireligieuze ideeën naarmate het het wetenschappelijke wereldbeeld voortschrijdt en het opleidingsniveau stijgt.
Maar Rotterdamse sociologen zetten vraagtekens bij dit verhaal. In het internationale vaktijdschrift Politics and Religion publiceerden ze onlangs een vergelijking tussen verschillende Europese landen. In landen waar religie sterk aanwezig is, zoals Italië, zijn ongelovigen veel vaker antireligieus dan in seculiere landen. Bovendien, en dat is opvallend: je treft antireligie daar vaker aan onder hoogopgeleiden. Dat is in seculiere landen, zoals Nederland, juist omgekeerd: de kans op antireligieuze overtuigingen is groter bij mensen met een lage opleiding.
Tot op heden werden alle vormen van ongeloof op één hoop gegooid, zegt Egbert Ribberink, eerste auteur van het artikel en promovendus aan de Erasmus Universiteit. “Ongeloof wordt hier meestal atheïsme genoemd. Maar dat suggereert een militante houding, terwijl veel mensen ongelovig zijn maar geloof best nuttig vinden, voor anderen. Of helemaal niet nadenken over religie. Wij willen weten hoe en wanneer ongelovige mensen antireligieus worden. We hebben op basis van data uit het International Social Survey Program, waar ook het Sociaal Cultureel Planbureau aan meedoet, onderzocht hoe antireligieuze opvattingen samenhangen met leeftijd, opleidingniveau en het aantal actieve kerkgangers in een land."
Wat hebben jullie gevonden?
“We zien dat antireligie inderdaad populair is in de West-Europese samenlevingen. Maar als aandeel van de niet-gelovigen is het veel sterker aanwezig in landen met een religieuze context, en dan vooral onder hoger opgeleide jongeren. In landen waar religie minder belangrijk is, zijn het meer de ouderen en de lager opgeleide ongelovigen die zich aangesproken voelen door antireligieuze ideeën.”
Waarom is dat verrassend?
“Men gaat er vaak vanuit dat het verzet tegen religie groter wordt naarmate iemand hoger opgeleid is. Wij noemen dat de rationaliseringstheorie. Religie is irrationeel, luidt die theorie, dus naarmate de samenleving rationeler wordt en wetenschappelijker leert denken, neemt het aantal gelovigen af en de afkeer ten opzichte van religie toe. De gegevens lijken daar niet mee te stroken. Opleiding is relevant, maar wel in samenhang met de religieuze cultuur. In een seculiere cultuur, zoals in Nederland, lijkt opleiding juist te leiden tot meer tolerantie, ook tegenover religie. In een religieuze cultuur, zoals Portugal of Italië, leidt het echter tot verzet tegen die religie.”
Wat leert dat ons over antireligiositeit?
“Dat de sociale mechanismen achter geloof en ongeloof vergelijkbaar zijn. Bij gelovigen zie je namelijk een effect dat in de sociologie 'deprivatisering' wordt genoemd. Wanneer religie naar de marge wordt verbannen, naar de privésfeer, gaan gelovigen juist harder roepen, in de publieke ruime. Wij hebben willen weten of dit mechanisme van deprivatisering ook bij ongelovigen te zien is. Of mensen dus ook stelliger worden in hun ongeloof wanneer ze cultureel in de minderheid zijn. Onze bevindingen wijzen erop dat dit zo is.”
Dan zou het ongeloof in Nederland minder radicaal moeten zijn?
"Dat klopt. Het antireligieuze humanisme in Nederland is heel klein en vergrijsd. Ze moeten mensen werven met spotjes en billboards. Heel logisch, volgens onze theorie. Het zijn mensen die zich in de jaren vijftig en zestig hebben afgezet tegen een religieuze cultuur. Antireligie is echter veel wijder verbreid onder laagopgeleiden. Ik weet niets van de opleiding van de reaguurders op GeenStijl, maar aan de manier waarop ze over 'gristengekkies' praten kan ik wel afleiden dat ze weinig respect hebben voor religieuze overtuigingen en dat ze dat niet erg rationeel verdedigen. In lijn hiermee denk ik ook dat het antireligieuze geluid van het populisme meer aantrekkingskracht heeft op laagopgeleiden. Hoogopgeleiden vinden het vaak kortzichtig of intolerant."
Waarom leeft dat antireligieuze bij juist bij laagopgeleiden zo op?
“In een tijd waar religieuze structuren wegvallen, verdwijnen ook de kaders voor zingeving. Volgens de sociologie grijpen mensen daarom naar nieuwe vastigheden. Mensen gaan extremere posities innemen, of het nu links is of rechts.”
Hebben jullie de levensbeschouwing van Amerikanen onderzocht?
“Nee. Maar het is te verwachten dat hoogopgeleiden daar antireligieuzer zijn. Het new atheism van mensen als Richard Dawkins is razend populair onder studenten.”
Wat vinden atheïsten van uw onderzoek?
“Het artikel zal wel stof doen opwaaien. Atheïsten willen niet geassocieerd worden met een laag opleidingsniveau. Mijn vorige artikel werd al op voorhand gediskwalificeerd omdat ik zelf gelovig ben. Maar nu hebben we empirische gegevens die onze theorie staven dat antireligie structureel te vergelijken is met religie.”
Ook in vorm en inhoud?
“Daar doe ik op dit moment onderzoek naar. Ik wil weten op welke manier religie en antireligie elkaars spiegelbeelden zijn. Het is opvallend dat het atheïsme in katholieke landen, waar geloof collectief wordt beleefd, de gedaante van het communisme aanneemt. Mensen hebben veel minder moeite met autoriteit. En in protestantse landen, waar geloof veel individueler is, de gedaante van het zogenaamde new atheism, dat zich veel sterker richt op de individuele vrijheden. New atheists vinden dat onderwijs absoluut niet religieus getint kan zijn. Een kind moet zélf objectief zijn levensovertuiging kunnen kiezen.”
Vinden Italiaanse communisten dat dan niet?
"Nee hoor, die willen helemaal niet dat een kind kiest uit twintig overtuigingen. Het lijkt erop dat ze hun systeem gewoon beter vinden en minder moeite hebben met autoriteit. Die anti-autoritaire houding is typisch iets voor Protestantse landen.”
Is er ook een verschil te zien in de houding tegenover de islam?
“Jazeker, de anti-islambeweging lijkt hier en vooral in Scandinavië veel sterker dan in Spanje. Terwijl daar relatief meer moslims wonen. Mijn verklaring is dat katholieke landen veel meer naar hun nationale identiteit kijken, waar de islam makkelijker onder te brengen is. Hier wordt de islam veel meer gezien als bedreiging voor de individuele vrijheid. Dat is een typisch post-Protestantse waarde. Ook daaruit blijkt dat atheïsme de religieuze cultuur van een land weerspiegelt.”
Naschrift:
Dit artikel heeft zeer veel reacties opgeleverd, zie bijvoorbeeld trouw.nl en geenstijl.nl. De reacties illustreren overigens mooi de theorie van Ribberink.
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
Gebruikte Tags: europa, geloof