De Nieuwe Koers (november 2013)

Kun je God bewijzen?

Kun je bewijzen dat God wel of niet bestaat? Nee, maar rationele argumenten zijn wel belangrijk voor wie een wereldbeeld zoekt dat intellectueel klopt. En voor wie daar eerlijk met anderen over wil discussiëren.

396 x bekeken

Het gesprek tussen gelovigen en atheïsten is ontwricht, zeggen Stefan Paas en Rik Peels, twee onderzoekers aan de Vrije Universiteit. Als je gelovig bent, wordt je behandeld als curiositeit, als “zebra in de polder”. Je moet wel gek zijn, want de wetenschap heeft toch bewezen dat God niet bestaat?

 

Ook gelovigen doen vaak niet hun best om de kloof te overbruggen, vinden Paas en Peels. Ook zij doen schamper over de andere kant, of komen niet verder dan emotionele argumenten. Wat als beide partijen nu eens redelijk hun positie zouden beargumenteren? Dan zou ook het gesprek veel interessanter worden. Daarom hebben ze een nieuw boek geschreven, God bewijzen, waarin ze onderzoeken wat de redelijke argumenten voor en tegen het bestaan van God zijn.

 

De Amsterdamse onderzoeker Michiel van Elk doet ook onderzoek naar geloof in God. Hij is er juist op rationele gronden achtergekomen dat God níet bestaat. Hij schreef erover in zijn boek De gelovige geest. In een café in Amsterdam, de stad waar zij beiden onderzoek doen, gaan Peels en Van Elk met elkaar in gesprek.

 

Kun je het wel of niet bestaan van God bewijzen?

 

PEELS: “Nee, bewijzen doe je in de wiskunde en in de logica, niet in de rest van de wetenschap. Daar werk je met redeneringen en kijk je of die geloofwaardig zijn. Wij willen kijken of godsgeloof geloofwaardig is. We willen op tafel leggen welke argumenten voor en tegen te geven zijn. We geven geen onweerlegbaar bewijs voor God, maar we tonen volgens mij wel aan dat ongeloof in intellectueel opzicht niet zo sterk staat.”

 

VAN ELK: “Ik vind jullie boek interessant. Ik ben blij ben met iedere poging om rationeel het debat aan te gaan, tegenover mensen als Richard Dawkins, die het alleen maar ridiculiseren. Studenten van mij lopen weg met hem. Maar of rationele argumenten er echt toe doen... dat denk ik niet. Bijna niemand gaat geloven omdat hij er met zijn verstand achter komt dat het wetenschappelijk juist is. Iemand als C.S. Lewis was daarin echt een uitzondering. Meestal gebeurt het op basis van emotie, van ervaring. Denk je dat iemand die jullie boek uit heeft en overtuigd is geraakt, gaat geloven?”

 

PEELS: Nee, geloven is inderdaad een complex iets, met veel factoren. Naast argumenten hebben mensen vaak heel andere redenen, zoals emoties, groepsprocessen, intuïtie of verhalen van anderen. In het gaan geloven speelt wel vaak een rol dat ze erachter komen dat het “klopt”. It makes sense of things. Rationele argumenten kunnen daarbij helpen. Bezwaren tegen de redelijkheid van geloof zijn bovendien vaak een sta-in-de-weg om te geloven. Dat zie ik bij jonge studenten. Ze kunnen hun geloof en wat ze op de universiteit leren vaak niet meer bij elkaar houden.”

 

Zoals Michiel?

 

VAN ELK: “Mijn verhaal is wel een gevolg van allerlei ontwikkelingen. Maar inderdaad: op de universiteit leerde ik hoe alles wat we denken en doen is gefundeerd in de biologie. Ons hele bewustzijn kan niet bestaan zonder materie. Daarmee viel een belangrijke pijler van mijn geloof weg. Ik kon niet meer geloven dat een ziel kan blijven voortbestaan na de dood. Toen ik die keuze had gemaakt, kwam er ineens veel meer eenheid in wat ik wel en niet voor waar hield. Ineens werd mijn wereldbeeld coherent.”

 

PEELS: “Maar ik vind jouw onderzoek interessant. Ik heb je boek gelezen, en ik vind je benadering wetenschappelijk. Ik probeer op dezelfde manier een coherent wereldbeeld te krijgen. Dat vind ik belangrijk. Maar ik kom tot een tegengestelde conclusie.”

 

VAN ELK: “Dat laat maar weer zien dat argumenten uiteindelijk niet zo belangrijk zijn in de keuze voor of tegen geloof. Daarom leek het voor mij ook een bekering, maar dan omgekeerd. 'God bestaat niet', het was een inzicht! Ik werd in eerste instantie atheïst. Later ben ik daar wel een beetje van teruggekomen. Ik ben nu veel minder overtuigd. Ik vind dat beide kampen goede argumenten hebben.”

 

Een argument tegen het bestaan van God is dat het geloof in Hem vanzelf uit de evolutie is voortgekomen. Hoe zit dat?

 

VAN ELK: “Geloof is evolutionair nuttig. Het besef dat je gestraft wordt als je een overtreding begaat, leidt tot een betere samenwerking in de groep, bijvoorbeeld. Dat is één benadering. Een andere benadering kijkt naar hersenprocessen. Geloof in een opperwezen zou voort kunnen komen uit een vertekende waarneming van de werkelijkheid, waarin de aanwezigheid van mogelijk gevaar voortdurend overschat wordt. Hersenwetenschappers noemen dat agency detection, het detecteren van handelende wezens. Als je een stok ziet die op een slang lijkt, en je weet niet zeker welke van de twee het is, kun je maar beter wegrennen. Bij mensen zou die neiging overactief zijn. Dat maakt de kans op overleven groter. Maar dat vergroot ook de kans dat je zaken toeschrijft aan een niet-bestaande godheid.”

 

PEELS: Daar gaan we in ons boek uitgebreid op in. We noemen zes van die theorieën die geloof verklaren, maar dat bewijst volgens ons niets. In potentie zit religie in de mens, ja. Maar dat neemt niet weg dat God dat prima kan gebruiken.”

 

VAN ELK: Ik moet wel zeggen dat het nog niet duidelijk is in hoeverre deze specifieke verklaring van het overactieve agency detection ook daadwerkelijk opgaat. Wij doen er empirisch onderzoek naar, maar hebben het nog niet kunnen aantonen. We zien wel dat gelovigen vaker ten onrechte een agent menen te zien dan ongelovigen. Misschien omdat ze vertrouwd zijn met het idee dat er engelen en dergelijke bestaan.”

 

Rik, in jullie boek behandelen jullie het bestaan van een immaterieel bewustzijn soms parallel aan het bestaan van God. Zijn dat niet twee verschillende kwesties?

 

PEELS: “We zijn wezens met bewustzijn. Dat is een uniek iets in het heelal. Het lijkt erop dat wij de enigen zijn, samen met misschien een aantal dieren. Maar wetenschappelijk is dat bewustzijn niet waar te nemen! We zien alleen neuronen, synapsen en structuren. Dat is een van de grootste mysteries in de natuur.”

 

VAN ELK: “Precies. Het is een van de grootste raadsels van de neurowetenschap: hoe kan het materiële tot een subjectieve ervaring leiden? Onderzoek richt zich vooral op het visuele bewustzijn: wanneer je weet dat je iets wel of niet ziet. Maar onderzoekers kunnen nog niets zeggen over de intuïtieve ervaring van bewustzijn die iedereen heeft. Maar wat heeft dat te maken met het al of niet bestaan van God?”

 

PEELS: “Als God bestaat, is Hij – volgens de meeste religies – een iemand, een bewustzijn. Dan is het niet gek dat Hij ons met bewustzijn heeft gemaakt. Als je niet gelooft, dan is dit een compleet mysterie. Ik denk niet dat wetenschappers er ooit iets over zullen kunnen zeggen. Ze kunnen misschien verbanden gaan ontdekken tussen bewustzijnsprocessen en materiële gebeurtenissen in de hersenen. Maar verklaren hoe bewustzijn uit materie vanzelf is ontstaan, dat kan niet. In het gelovige wereldbeeld past het, in het atheïstische wereldbeeld is dit een anomalie.”

 

VAN ELK: “Het is in elk geval een leemte. Maar ik denk dat er misschien ooit wel een verklaring voor wordt gevonden. Vijftig jaar geleden hadden we voor veel zaken ook geen verklaring die we nu wel hebben. Zoals de buitenlichamelijke ervaring. Dat werd gezien als bewijs voor de ziel, maar het blijkt nu opgewekt te kunnen worden door een deel van het brein te stimuleren.”

 

Stel dat er niets meer is dan materie, en wij komen daar allemaal achter. Wat gaat er dan met de maatschappij gebeuren?

 

VAN ELK: “Ik geloof niet dat geloof verdwijnt. Kinderen hebben een aangeboren neiging om te geloven, ook in Nederland. Het zal nieuwe vormen krijgen, maar de behoefte aan religie zit in de mens.”

 

PEELS: “Denk je niet dat het vervangen wordt door iets anders?”

 

VAN ELK: “Misschien op lange termijn wel. Door politiek, of wetenschap. Maar zou dat grote gevolgen hebben? Ik denk het niet.”

 

PEELS: “Ik denk dat het onze moraal, onze ideeën over wat goed en slecht is, zal ondermijnen. Uiteindelijk kun je moraal dan niet zien als iets anders dan een constructie. Nietzsche heeft het gezien: zonder God is moraal uiteindelijk het recht van de sterkste. Als Afghaanse mannen zeggen dat ze met hun kleine nichtje mogen trouwen, en als de meerderheid dat goed vindt, wat heb jij daar dan tegenin te brengen?”

 

VAN ELK: “Misschien kunnen we wetenschappelijk wel een oplossing vinden. We hebben aanleg voor empathie. Ons lichaam reageert op pijn van anderen. Dat zou misschien een uitgangspunt kunnen zijn voor een wetenschappelijke moraal.”

PEELS: “Maar moraal is meer dan pijn. En daarnaast: sommige mensen hebben er geen moeite mee als anderen pijn hebben.”

 

VAN ELK: “Wat is de basis van moraal? Heel lastig. Zet dat maar naast het bewustzijn als een van de belangrijkste problemen van ongeloof.”

 

Wat vinden jullie het beste argument tegen jullie eigen geloof of ongeloof?

 

PEELS: “Ik ben gepromoveerd bij Herman Philipse, de bekende atheïst. Hij steunde me ontzettend door alle argumenten te vertellen die hij had tegen geloof. Ik heb zijn boek God in an age of science wel drie keer gelezen. Een van de belangrijkste punten van hem, vond ik, was dat we alles ook zonder God kunnen verklaren. We hebben Hem niet nodig om de wereld te verklaren. Ik herinner me de lange wandelingen op het strand wel, dat ik daarover moest nadenken. Als ik geen antwoorden had gevonden, had ik het geloof toch vaarwel gezegd.”

 

VAN ELK “Mijn grootste twijfelpunt is het kiezen zelf. Ik kies niet voor of tegen het bestaan van God. Moet dat? Ik vind dat beide kanten goede argumenten hebben. Wetenschap kan niet alles empirisch verklaren. Om data een betekenis te geven, moet je aannames doen. Je ziet soorten die op elkaar lijken, maar om ze achter elkaar te zetten en te zeggen dat er een “ongestuurd evolutionair proces” is, dat is een aanname. Te zeggen dat er een intelligent ontwerp aan ten grondslag ligt, is ook een aanname. Het is dus bijna arbitrair hoe die data geïntepreteerd wordt. Maar daarom wil ik er kritisch naar kijken en er onderzoek naar doen. Misschien zie ik een aanwijzing. Ik wil weten of religie verklaard kan worden uit de evolutie.”

 

PEELS: “Dat vind ik het spannende aan jouw wereldbeeld. Sommige mensen zeggen dat je moet kiezen. Maar soms weet je het niet. Ik vind dat niet laf. Maar wat we wel weten: het is het één of het ander. God bestaat wel, of Hij bestaat niet. Dus uiteindelijk, ook al kies je niet, je blijft op zoek.”

 

VAN ELK: “Zeker. Ik ben nog hartstikke jong. Wie weet wat voor inzichten ik allemaal nog krijg. Jullie schrijven dat de wetenschap voor mensen de plek van religie kan innemen. Dat klopt. Ik vond mijn zingeving ook in de wetenschap. Je stelt de vraag naar God uit, maar op een gegeven moment komt die toch weer boven. Als we eerlijk naar een antwoord willen zoeken, en in debat willen gaan, kunnen we maar één ding doen: ons openstellen voor de redelijkheid van de overtuiging van de ander.”

 

PEELS: “Precies, en dat is moeilijk. Het is moeilijk om iets wat je zo dierbaar is, te bekritiseren. Maar dan wordt een gesprek mogelijk.”

 

 

 

 

 

Over Rik Peels en Michiel van Elk:

Rik Peels (1983) studeerde theologie en filosofie aan de Vrije Universiteit (Apeldoorn), in Notres Dames (VS) en Oxford (Engeland). Hij promoveerde in Utrecht bij Herman Philipse en doet nu onderzoek in Amsterdam aan de Vrije Universiteit. Hij is getrouwd en houdt van zeevissen en forelvissen.

 

Michiel van Elk (1980) studeerde in Utrecht en Amsterdam. Hij promoveerde in Nijmegen en werkte als onderzoeker in Santa Barbara (VS), Lausanne (Zwitserland) en nu aan de Universiteit van Amsterdam. Vorig jaar verscheen zijn boek De gelovige geest. Op zoek naar de biologische en psychologische wortels van religie. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en houdt van muziek en wielrennen.

 

Over het boek:

Het boek God bewijzen. Argumenten voor en tegen geloven van Stefan Paas en Rik Peels verschijnt deze maand bij Uitgeverij Balans. De auteurs onderzoeken allereerst wie er wat te bewijzen heeft: de gelovige of de atheïst. Vervolgens nemen ze alle klassieke argumenten voor en tegen het bestaan van God onder de loep, zoals “als je in Jakarta geboren was, was je moslim geweest” of “alles kan zonder God ook verklaard worden”. Het boek is opvallend goed geschreven. Complexe vraagstukken worden helder uitgelegd, met een taalgebruik dat opvallend fris en fruitig is.




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: ,


Reageren?

Max

God is er altijd al geweest en zal er altijd zijn…https://zlj13051967.wordpress.com/2017/04/09/zonder-het-christendom-de-europese-naties-zijn-niet-meer-dan-lichamen-zonder-ziel-zombies/

Max - 17-04-’17 15:39


(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info