Kijk 3 (28 februari 2016)
De tolerante en wrede geschiedenis van Irak
Er zijn veel verschillende verklaringen bedacht voor het extreme geweld van de terreurbeweging IS. Maar IS is niet te begrijpen als we de geschiedenis van Irak niet kennen. Een land van bloedvergieten én van tolerantie.
Wie weet er bijvoorbeeld nog dat Bagdad een eeuw geleden voor een derde uit Joden bestond? En dat er nog volgelingen van Johannes de Doper wonen?
123 x bekeken- Lees ook: Couchsurfen met kinderen in het Midden-Oosten (Trouw)
Bij IS denken we tegenwoordig aan de groep radicale jongeren die uit de hele wereld naar Syrië en Irak zijn gestroomd om hun visie op de islam aan de wereld op te leggen. Soms vergeten we bijna dat IS stevig geworteld is in de plaatselijke bevolking, vooral in Irak. We zijn het misschien vergeten, maar voordat IS zich bezighield met de jihad tegen de rest van de wereld, was het vooral bezig om, in Irak, een zuivere soennitische staat te vestigen en alle andere minderheden uit te roeien of te verjagen.
Om het extremisme van IS te begrijpen, kunnen we niet om de geschiedenis heen. Er zijn een paar mooie boeken over verschenen, zoals het spannende Baghdad: City of Peace, City of Blood van journalist Justin Marozzi. Ze geven een antwoord op een paar vragen. Eén: is het geweld van IS wel zo uniek? Het antwoord is nee. Twee: was er vroeger dan wél ruimte voor minderheden en afwijkende meningen? Het antwoord is ja. Blijft de derde vraag over: hoe komt het dat dit laatste is veranderd? Ligt het aan de islam? Of aan iets anders?
Kalifaat van geweld
De leider van IS noemt zichzelf kalief. Daarmee staat hij in een roemrijke én beruchte traditie. De eerste kalief in Irak, Abu Abbas, verkreeg het geestelijk leiderschap van alle moslims in 750 niet met theologische argumenten. Hij koos voor het uitmoorden van de toenmalige kalief in Damascus en diens familie, om een nieuwe dynastie in Irak te stichten. Hij noemde zich trots Al Saffa, "de Bloedvergieter".
Zijn opvolger en broer, Al Mansur, de stichter van Bagdad, was ook geen heilig boontje. In zijn paleis werd na zijn dood een magazijn gevonden vol lijken van sjiieten, netjes gesorteerd op familie, compleet met oormerken. Sjiiëten geloofden immers dat niet de kalief, maar de familie van Mohammed de leiding moest hebben. Dit gevaarlijke idee moest worden uitgeroeid, vond de kalief. Hij sloeg hiermee een pad in dat de rest van de Irakese geschiedenis donkerrood zou kleuren. De beide groepen zouden om de zoveel tijd slaags met elkaar raken.
Irak heeft de pech dat het precies het gebied is waar de sjiitische en soennitische regio's elkaar raken. Dat maakt ook dat het precies de breuklijn is tussen verschillende buitenlandse machten. Niet alleen kaliefen, maar ook vreemde overheersers lieten hier hun zwaard op los. Alleen Bagdad al werd in 1258 door de Mongolen uitgemoord, in 1623 door de Perzen, in 1638 door de Turken – om maar een paar bloedige veroveringen te noemen. Nog in 1917 werd de stad platgebrand door de Turken in de strijd tegen de Britten.
Een speciale vermelding verdient wel Timoer Lenk, de massamoordenaar van de Tataren. Toen hij in 1401 de stad binnenviel, beval hij iedere soldaat om met twee hoofden terug te komen. Zijn soldaten waren zo bang voor hun heer dat sommigen van hen maar hoofden van collega's namen toen ze geen Bagdadi's meer konden vinden. Terwijl hun gelovige heerser zich dankbaar ter aarde boog in een plaatselijke moskee, bouwden ze van de schedels 120 torens om de overwinning te vieren.
In de eeuwen na Timoer Lenk werd het hele gebied een speelbal tussen de Turkse (soennitische) sultan en de Perzische (sjiitische) sjah, plus groepen die met hen geallieerd waren, met daar doorheen invallen van fundamentalistische Arabische stammen. Zoals een Soemerische schrijver in 2000 voor Christus al over dit gebied zei: "Mensen plunderen en doden en niemand weet wie de koning is."
Er is helaas weinig nieuws onder de zon.
Tolerantie
Het tweede dat de geschiedenis ons leert, is dat Irak ondanks al het geweld ook veel verschillende groepen en minderheden heeft geherbergd, ook al werd het land bestuurd door moslims.
Dat zien we nu nog aan de bevolkingssamenstelling. Niet alleen etnisch, met miljoenen Koerden en Turkmenen, maar ook religieus gezien zijn er grote verschillen. Er is altijd een bloeiende Joodse gemeenschap geweest. Tot voor kort waren er anderhalf miljoen christenen, in verschillende etniciteiten en denominanties. Er zijn ook meer dan een half miljoen yezidi's in Irak, een aan Koerden verwant volk dat een millennia oude religie heeft, met christelijke en islamitische elementen. Verder zijn er nog honderdduizend Shabak, er zijn Kaka'i, Faili-Koerden, Sheikhiya, zigeuners en zwarte Irakezen. Er zijn zelfs nog een paar duizend Mandaeërs, die Johannes de Doper uit de Bijbel navolgen en het Aramees uit die tijd spreken. Vergeleken hierbij is Nederland, met evenveel inwoners, een saaie eenheidsworst.
Voor de duidelijkheid: minderheden hadden als "dhimmi" altijd een achtergestelde status. Ze mochten niet getuigen tegen moslims, niet paard rijden, geen kerken bouwen, niet in het openbaar wijn drinken en soms zelfs aparte kleren dragen. Maar in ruil daarvoor werden ze geaccepteerd als deel van de samenleving.
Groepen die buiten deze regeling vielen, zoals yezidi's, werden actief bestreden. Maar ook zij hebben blijkbaar kunnen overleven door in stilte hun geloof te belijden, in meer afgelegen gebieden. Blijkbaar heeft geen kalief of sultan het nodig gevonden om werkelijk de letter van de islamitische wet te volgen en het land te "zuiveren". Zelfs als hij in spannende tijden een "jihad" uitriep.
De Amerikaanse historicus Brian Catlos schreef onlangs een razend interessant boek over religie en minderheden in de Middeleeuwen: Koningen, kruisvaarders en kaliefen. Per email legt hij het als volgt uit: "We schrikken vaak van termen als kruistocht of jihad. Maar in de Middeleeuwen bedoelde men daarbij helemaal niet uitroeiing. Het ging om overheersing. De officiële houding, zowel in landen waar christenen als die waarin moslims de meerderheid vormden, was dat religieuze minderheden het mis hadden, maar het verder goed bedoelden. Ze waren – volgens de meerderheid – niet van kwade wil, maar zaten er gewoon naast." En daardoor konden ze worden getolereerd door de machthebbers. Laat staan door het gewone gepeupel dat al helemaal niet zo bezig was met religieuze zuiverheid.
"Eigenlijk is het Midden-Oosten altijd veel diverser geweest dan West-Europa nu. Het gezag lag natuurlijk bij de groep die dominant was. Maar dat had de minderheden nodig om aan de macht te blijven."
Het is waar, van tijd tot tijd waren er uitbarstingen van geweld waar minderheden het slachtoffer van werden. "Ik constateer echter dat religie daar nooit de bron van was, alleen een rechtvaardiging. Politieke en sociale krachten waren leidend. Alleen wanneer politieke, sociale en religieuze krachten in elkaars verlengde kwamen te liggen, werd de minderheid een makkelijke zondebok."
Zwartwitdenken
Waar komt nu het keiharde, onbuigzame extremisme vandaan dat we nu zien in Irak? Veel mensen wijzen op de apocalyptische retoriek van IS, dat de woorden van Mohammed letterlijk wil uitvoeren. Dat is zeker geen ideologie die diversiteit en respect stimuleert. "Toch zie ik geen barbaarse Middeleeuwen, waar we nu weer naar terugkeren", zegt Catlos. Juist in de Middeleeuwen was Irak een knooppunt van allerlei religies, zelfs onder de kaliefen. "Het geweld drukt zich misschien religieus uit, maar religie is daar niet de bron van."
Er is dus iets anders aan de hand. Catlos heeft wel een idee. "Wat er in Irak gebeurt, is juist een een symptoom van modernisering en nationalisme. Het idee dat volk, staat en religie moeten samenvallen. Het is een idee dat in Europa is ontstaan. Iedereen die afweek van de meerderheid was verdacht, en werd gezien als vijand." Dat was in de Middeleeuwen – en in het Midden-Oosten tot de vorige eeuw – wel anders."
De Joden in Irak werden er als eerste het slachtoffer van. We kunnen het ons misschien niet meer voorstellen, maar Irak heeft meer dan 2500 jaar, sinds de Babylonische tijd, een bloeiende Joodse gemeenschap gehad. In 1917 was meer dan een derde (!) van Bagdad, zo'n 80.000 mensen, Joods. Joden waren tweederangs burgers, maar konden desondanks soms hoog opklimmen.
Door de opkomst van het nationalisme aan het begin van de twintigste eeuw veranderde dit. Hun rechten werden steeds meer ingeperkt en ze kregen te maken met geweld. Uiteindelijk zijn ze er min of meer uitgezet – enkeltje Israël – en hun bezittingen werden geconfisceerd. Wat ooit een bloeiende gemeenschap was, een van de belangrijkste centra van het Jodendom, bestaat nu uit zes personen. Een tragisch begin van een intolerant tijdperk.
Saddam
De grootste exponent van dit nationalisme was Saddam Hoessein. Hij vormde het land van 1979 tot 2003 het land om tot totalitaire politiestaat onder leiding van de Baathpartij, die soennieten op belangrijke posities zette. Met gifgas en martelkamers heeft hij tegenstanders de kop in gedrukt, met bevolkingspolitiek heeft hij Koerdische gebieden gearabiseerd. Je bent vriend of vijand, een andere keuze was er niet. Om mee te doen, moest je Arabisch worden.
Door het afzetten van Saddam in 2003 werd de doos van Pandora geopend. De Amerikanen brachten de sjiieten aan de macht, waardoor het hele kader dat onder Saddam goede posities had bezet, van officieren tot dokters, aan de kant werd gezet in het kader van de "de-baathisering". Soennieten werden buitengesloten. Het leidde tot een sektarische oorlog tussen soennieten en sjiieten, die allebei "hun" eigen gebieden etnisch gingen zuiveren. Ook verdachte leden van de eigen groep, plus minderheden, werden het doelwit.
IS is hier het gevolg van, zegt Sam van Vliet van Pax, een vredesorganisatie die samenwerkt met minderheidsgroepen in Irak. "Soennieten zijn heel gefrustreerd over de staat. IS is de enige macht die hen kan beschermen. Dat dat samengaat met haat tegen minderheden, is te begrijpen. Die hebben zich altijd gevoegd naar de meerderheid, om te overleven. Daardoor werden ze na 2003 gezien als handlangers van Saddam. Toen ze snel overstapten naar het Westen, werden ze door de Baathisten weer als verraders gezien. Ze zijn te klein om zich te verdedigen. Sommigen richten nu eigen milities op. Helaas laait de sektarische strijd daardoor alleen maar nog verder op."
Nogmaals: volgens Catlos is het niet de islam die ervoor zorgt dat dit geweld zo uit de hand loopt. Die wordt gebruikt als rechtvaardiging, zegt Catlos. Het komt door nationalisme, het idee dat volk, staat en religie moeten samenvallen. "Dit idee zorgt in Europa al voor vijf eeuwen vol oorlogen en genocides. Zelfs nu lukt het Europeanen niet om xenofobie en racisme kwijt te raken." Het is geen geruststellende analyse, geeft Catlos toe. Maar het maakt wel een beetje bescheiden. "Het is altijd makkelijk om de ander barbaars te vinden. Wat voor kwaad er ook ten grondslag ligt aan IS, het is hetzelfde kwaad dat in het hart van ieder mens schuilt."
Bij IS denken we tegenwoordig aan de groep radicale jongeren die uit de hele wereld naar Syrië en Irak zijn gestroomd om hun visie op de islam aan de wereld op te leggen. Soms vergeten we bijna dat IS stevig geworteld is in de plaatselijke bevolking, vooral in Irak. We zijn het misschien vergeten, maar voordat IS zich bezighield met de jihad tegen de rest van de wereld, was het vooral bezig om, in Irak, een zuivere soennitische staat te vestigen en alle andere minderheden uit te roeien of te verjagen.
Om het extremisme van IS te begrijpen, kunnen we niet om de geschiedenis heen. Er zijn een paar mooie boeken over verschenen, zoals het spannende Baghdad: City of Peace, City of Blood van journalist Justin Marozzi. Ze geven een antwoord op een paar vragen. Eén: is het geweld van IS wel zo uniek? Het antwoord is nee. Twee: was er vroeger dan wél ruimte voor minderheden en afwijkende meningen? Het antwoord is ja. Blijft de derde vraag over: hoe komt het dat dit laatste is veranderd? Ligt het aan de islam? Of aan iets anders?
Kalifaat van geweld
De leider van IS noemt zichzelf kalief. Daarmee staat hij in een roemrijke én beruchte traditie. De eerste kalief in Irak, Abu Abbas, verkreeg het geestelijk leiderschap van alle moslims in 750 niet met theologische argumenten. Hij koos voor het uitmoorden van de toenmalige kalief in Damascus en diens familie, om een nieuwe dynastie in Irak te stichten. Hij noemde zich trots Al Saffa, "de Bloedvergieter".
Zijn opvolger en broer, Al Mansur, de stichter van Bagdad, was ook geen heilig boontje. In zijn paleis werd na zijn dood een magazijn gevonden vol lijken van sjiieten, netjes gesorteerd op familie, compleet met oormerken. Sjiiëten geloofden immers dat niet de kalief, maar de familie van Mohammed de leiding moest hebben. Dit gevaarlijke idee moest worden uitgeroeid, vond de kalief. Hij sloeg hiermee een pad in dat de rest van de Irakese geschiedenis donkerrood zou kleuren. De beide groepen zouden om de zoveel tijd slaags met elkaar raken.
Irak heeft de pech dat het precies het gebied is waar de sjiitische en soennitische regio's elkaar raken. Dat maakt ook dat het precies de breuklijn is tussen verschillende buitenlandse machten. Niet alleen kaliefen, maar ook vreemde overheersers lieten hier hun zwaard op los. Alleen Bagdad al werd in 1258 door de Mongolen uitgemoord, in 1623 door de Perzen, in 1638 door de Turken – om maar een paar bloedige veroveringen te noemen. Nog in 1917 werd de stad platgebrand door de Turken in de strijd tegen de Britten.
Een speciale vermelding verdient wel Timoer Lenk, de massamoordenaar van de Tataren. Toen hij in 1401 de stad binnenviel, beval hij iedere soldaat om met twee hoofden terug te komen. Zijn soldaten waren zo bang voor hun heer dat sommigen van hen maar hoofden van collega's namen toen ze geen Bagdadi's meer konden vinden. Terwijl hun gelovige heerser zich dankbaar ter aarde boog in een plaatselijke moskee, bouwden ze van de schedels 120 torens om de overwinning te vieren.
In de eeuwen na Timoer Lenk werd het hele gebied een speelbal tussen de Turkse (soennitische) sultan en de Perzische (sjiitische) sjah, plus groepen die met hen geallieerd waren, met daar doorheen invallen van fundamentalistische Arabische stammen. Zoals een Soemerische schrijver in 2000 voor Christus al over dit gebied zei: "Mensen plunderen en doden en niemand weet wie de koning is."
Er is helaas weinig nieuws onder de zon.
Tolerantie
Het tweede dat de geschiedenis ons leert, is dat Irak ondanks al het geweld ook veel verschillende groepen en minderheden heeft geherbergd, ook al werd het land bestuurd door moslims.
Dat zien we nu nog aan de bevolkingssamenstelling. Niet alleen etnisch, met miljoenen Koerden en Turkmenen, maar ook religieus gezien zijn er grote verschillen. Er is altijd een bloeiende Joodse gemeenschap geweest. Tot voor kort waren er anderhalf miljoen christenen, in verschillende etniciteiten en denominanties. Er zijn ook meer dan een half miljoen yezidi's in Irak, een aan Koerden verwant volk dat een millennia oude religie heeft, met christelijke en islamitische elementen. Verder zijn er nog honderdduizend Shabak, er zijn Kaka'i, Faili-Koerden, Sheikhiya, zigeuners en zwarte Irakezen. Er zijn zelfs nog een paar duizend Mandaeërs, die Johannes de Doper uit de Bijbel navolgen en het Aramees uit die tijd spreken. Vergeleken hierbij is Nederland, met evenveel inwoners, een saaie eenheidsworst.
Voor de duidelijkheid: minderheden hadden als "dhimmi" altijd een achtergestelde status. Ze mochten niet getuigen tegen moslims, niet paard rijden, geen kerken bouwen, niet in het openbaar wijn drinken en soms zelfs aparte kleren dragen. Maar in ruil daarvoor werden ze geaccepteerd als deel van de samenleving.
Groepen die buiten deze regeling vielen, zoals yezidi's, werden actief bestreden. Maar ook zij hebben blijkbaar kunnen overleven door in stilte hun geloof te belijden, in meer afgelegen gebieden. Blijkbaar heeft geen kalief of sultan het nodig gevonden om werkelijk de letter van de islamitische wet te volgen en het land te "zuiveren". Zelfs als hij in spannende tijden een "jihad" uitriep.
De Amerikaanse historicus Brian Catlos schreef onlangs een razend interessant boek over religie en minderheden in de Middeleeuwen: Koningen, kruisvaarders en kaliefen. Per email legt hij het als volgt uit: "We schrikken vaak van termen als kruistocht of jihad. Maar in de Middeleeuwen bedoelde men daarbij helemaal niet uitroeiing. Het ging om overheersing. De officiële houding, zowel in landen waar christenen als die waarin moslims de meerderheid vormden, was dat religieuze minderheden het mis hadden, maar het verder goed bedoelden. Ze waren – volgens de meerderheid – niet van kwade wil, maar zaten er gewoon naast." En daardoor konden ze worden getolereerd door de machthebbers. Laat staan door het gewone gepeupel dat al helemaal niet zo bezig was met religieuze zuiverheid.
"Eigenlijk is het Midden-Oosten altijd veel diverser geweest dan West-Europa nu. Het gezag lag natuurlijk bij de groep die dominant was. Maar dat had de minderheden nodig om aan de macht te blijven."
Het is waar, van tijd tot tijd waren er uitbarstingen van geweld waar minderheden het slachtoffer van werden. "Ik constateer echter dat religie daar nooit de bron van was, alleen een rechtvaardiging. Politieke en sociale krachten waren leidend. Alleen wanneer politieke, sociale en religieuze krachten in elkaars verlengde kwamen te liggen, werd de minderheid een makkelijke zondebok."
Zwartwitdenken
Waar komt nu het keiharde, onbuigzame extremisme vandaan dat we nu zien in Irak? Veel mensen wijzen op de apocalyptische retoriek van IS, dat de woorden van Mohammed letterlijk wil uitvoeren. Dat is zeker geen ideologie die diversiteit en respect stimuleert. "Toch zie ik geen barbaarse Middeleeuwen, waar we nu weer naar terugkeren", zegt Catlos. Juist in de Middeleeuwen was Irak een knooppunt van allerlei religies, zelfs onder de kaliefen. "Het geweld drukt zich misschien religieus uit, maar religie is daar niet de bron van."
Er is dus iets anders aan de hand. Catlos heeft wel een idee. "Wat er in Irak gebeurt, is juist een een symptoom van modernisering en nationalisme. Het idee dat volk, staat en religie moeten samenvallen. Het is een idee dat in Europa is ontstaan. Iedereen die afweek van de meerderheid was verdacht, en werd gezien als vijand." Dat was in de Middeleeuwen – en in het Midden-Oosten tot de vorige eeuw – wel anders."
De Joden in Irak werden er als eerste het slachtoffer van. We kunnen het ons misschien niet meer voorstellen, maar Irak heeft meer dan 2500 jaar, sinds de Babylonische tijd, een bloeiende Joodse gemeenschap gehad. In 1917 was meer dan een derde (!) van Bagdad, zo'n 80.000 mensen, Joods. Joden waren tweederangs burgers, maar konden desondanks soms hoog opklimmen.
Door de opkomst van het nationalisme aan het begin van de twintigste eeuw veranderde dit. Hun rechten werden steeds meer ingeperkt en ze kregen te maken met geweld. Uiteindelijk zijn ze er min of meer uitgezet – enkeltje Israël – en hun bezittingen werden geconfisceerd. Wat ooit een bloeiende gemeenschap was, een van de belangrijkste centra van het Jodendom, bestaat nu uit zes personen. Een tragisch begin van een intolerant tijdperk.
Saddam
De grootste exponent van dit nationalisme was Saddam Hoessein. Hij vormde het land van 1979 tot 2003 het land om tot totalitaire politiestaat onder leiding van de Baathpartij, die soennieten op belangrijke posities zette. Met gifgas en martelkamers heeft hij tegenstanders de kop in gedrukt, met bevolkingspolitiek heeft hij Koerdische gebieden gearabiseerd. Je bent vriend of vijand, een andere keuze was er niet. Om mee te doen, moest je Arabisch worden.
Door het afzetten van Saddam in 2003 werd de doos van Pandora geopend. De Amerikanen brachten de sjiieten aan de macht, waardoor het hele kader dat onder Saddam goede posities had bezet, van officieren tot dokters, aan de kant werd gezet in het kader van de "de-baathisering". Soennieten werden buitengesloten. Het leidde tot een sektarische oorlog tussen soennieten en sjiieten, die allebei "hun" eigen gebieden etnisch gingen zuiveren. Ook verdachte leden van de eigen groep, plus minderheden, werden het doelwit.
IS is hier het gevolg van, zegt Sam van Vliet van Pax, een vredesorganisatie die samenwerkt met minderheidsgroepen in Irak. "Soennieten zijn heel gefrustreerd over de staat. IS is de enige macht die hen kan beschermen. Dat dat samengaat met haat tegen minderheden, is te begrijpen. Die hebben zich altijd gevoegd naar de meerderheid, om te overleven. Daardoor werden ze na 2003 gezien als handlangers van Saddam. Toen ze snel overstapten naar het Westen, werden ze door de Baathisten weer als verraders gezien. Ze zijn te klein om zich te verdedigen. Sommigen richten nu eigen milities op. Helaas laait de sektarische strijd daardoor alleen maar nog verder op."
Nogmaals: volgens Catlos is het niet de islam die ervoor zorgt dat dit geweld zo uit de hand loopt. Die wordt gebruikt als rechtvaardiging, zegt Catlos. Het komt door nationalisme, het idee dat volk, staat en religie moeten samenvallen. "Dit idee zorgt in Europa al voor vijf eeuwen vol oorlogen en genocides. Zelfs nu lukt het Europeanen niet om xenofobie en racisme kwijt te raken." Het is geen geruststellende analyse, geeft Catlos toe. Maar het maakt wel een beetje bescheiden. "Het is altijd makkelijk om de ander barbaars te vinden. Wat voor kwaad er ook ten grondslag ligt aan IS, het is hetzelfde kwaad dat in het hart van ieder mens schuilt."
Gerelateerde artikelen
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- ‘Onze kernwapens zijn niet defensief bedoeld’ (De Groene Amsterdammer)
- Staan in de wereld van nu (overig)
Gebruikte Tags: geschiedenis, geweld, islam, middenoosten, vrede
U schrijft dat het idee dat volk, staat en religie samen moeten vallen een nieuw idee is. Dat is volgens mij onjuist. Met name de Islam gaat er van uit dat religie en staat samen moeten vallen. Het doel van de religie Islam is het veroveren van wereldlijke macht en Mohammed zelf is met zijn strijd in Arabië om de macht te veroveren er het beste voorbeeld van
Paul Wartena - 31-08-’17 09:46