De Groene Amsterdammer 47 (22 november 2017)
‘Onze dromen zijn vervuld, maar onze verlangens niet’
Tijdens het 140-jarig jubileumfeest van De Groene Amsterdammer in De Balie sprak de Tsjechische denker Tomáš Sedlácek de elite aan. ‘We moeten op zoek naar nieuwe dromen en verhalen.’
- Lees ook: De social-mediarevolutie van Oudheid tot nu (Kijk)
‘Stel dat je in Middle Earth een ton met goud zou afwerpen boven Rivendell, waar de elfen wonen. Het zou een zegen zijn. Maar stel dat je dit zou doen boven Mordor, dan zou er direct oorlog om uitbreken’, zegt Tomáš Sedlácek, verwijzend naar The Lord of the Rings. Hij wil ermee zeggen: rijkdom is niet alles. ‘Je hebt een samenleving nodig die daarmee kan omgaan. We moeten elkaar opleiden en opvoeden om te worden zoals Rivendell en niet zoals Mordor. Dat lukt niet met alleen groei. Daar heb je verhalen voor nodig. Dromen. En dat is wat de elite is kwijtgeraakt.’
Vraag Tomáš Sedlácek wat in deze tijd de taak is van de elite, en je bent zo een middag onder de pannen. In zijn lezing, tijdens het Groene-jubileum, en in een gesprek naderhand, laat de veertigjarige Tsjechische econoom zich kennen als een vat vol interessante, prikkelende maar ook irritante anekdotes, die regelmatig uit de bocht vliegen maar samen toch een doordachte visie construeren op waar het heen moet met de wereld.
Dat was ook al zo met zijn boek Economie van goed en kwaad, waarin hij van alles gebruikt, van het Gilgamesj-epos tot Jozef en van Adam Smith tot The Matrix, om aan te tonen dat economie nooit waardenvrij kan zijn. Zijn universiteit vond in 2009 zijn boek, een doctoraalthesis, niet wetenschappelijk genoeg, maar in binnen- en buitenland werd het een bestseller. Met David Graeber schreef hij later nog een boek over de vraag of het kapitalisme nog toekomst heeft (Sedlácek denkt van wel, als het kapitalisme zich hervormt, Graeber niet). Daarnaast is hij onder meer universitair docent in Praag, lid van de Nationale Economieraad en chef macro-econoom bij csob, de grootste Tsjechische bank. Kortom, Sedlácek hoort bij de elite. Hij fluistert haar goede verhalen in. Want dat is waar het tegenwoordig aan ontbreekt.
‘Zonder een tegenverhaal wint het verhaal van de populisten en de nationalisten. En dat is een doodlopende weg. De crises die nu een antwoord van ons vragen, kunnen we niet het hoofd bieden door alleen ons eigen land groot te willen maken.’ Zoals Donald Trump samenvatte in zijn leus Let’s Make America Great Again.
‘Is het je trouwens opgevallen dat hier een interessante freudiaanse verspreking in zit? Hij zegt feitelijk het omgekeerde van wat hij bedoelde. Ik doel op het woord “America”. Naar mijn weten is er geen land dat Amerika heet. Amerika is een continent, dus hij zei eigenlijk: let’s make our continent great again. En de grap is: daarmee heeft hij gelijk. De enige manier om de VS groot te maken, is door Mexico, Venezuela, ja Cuba weer groot te maken. De enige manier om Nederland groot te maken is door Europa groot te maken. En de enige manier om Europa groot te maken, is door de wereld groot te maken.’
Sedlácek herinnert zich de banieren, die overal hingen in zijn jeugd in Tsjechoslowakije, met de leus ‘Proletariërs aller landen, verenigt u’. Wat dit precies betekende, begreep hij nooit zo goed. ‘Verenigen, wat gaan we dan doen? Dansen? Praten? En wie bedoelden ze precies? In elk geval bedoelden ze de mensen die volgens hen niet tot de elite behoorden.’ Maar wat interessant is, is wat er sindsdien is gebeurd. ‘Het is uitgekomen. Het proletariaat hééft zich verenigd. Tot voor kort werd elk idee, elke mening die mensen hadden, gefilterd door de lagen van maatschappij en bureaucratie. Maar nu, met het internet, beleven we voor de eerste keer de rauwe, ongefilterde stem van het proletariaat, opborrelend uit iedere onderbuik. Niet via politici, maar direct, van buik naar oor.’
Die stem is gericht tegen de elite. Niet omdat de elite corrupt is, of op afstand staat, of iets anders slechts, maar puur omdat de elite een elite is. ‘Alsof je klaagt over een driehoek dat hij een punt heeft. Ik denk dat dat komt door de verschillende crises die we hebben gezien. Enron, 9/11, de financiële crisis, de vluchtelingencrisis: voor een grote groep mensen is nu pas duidelijk geworden dat de elite ons volledig in de steek kan laten. De elite is werkelijk in staat om de tak af te zagen waar ze zelf op zit.’ Met de meeste crises kon je nog redelijk duidelijk aanwijzen wie de schuld had. Maar bij de laatste, de vluchtelingencrisis, is dat niet gebeurd. ‘Er was dus ook geen bliksemafleider, zogezegd, en zonder afleider kan de bliksem alles in brand zetten. De haat wordt enorm en mensen gaan roepen dat de “hele elite” de weg kwijt is.’
De grote paradox van onze tijd, zegt Sedlácek, is dat de elite dichterbij is dan ooit. ‘Het is nooit makkelijker geweest dan nu om, zeg, een ngo te beginnen en je mening kenbaar te maken aan de overheid. Nederland is een koninkrijk. Als jullie koning de alleenheerschappij had gehad, had iedereen gedacht: wat een verlichte despoot. Als hij zou sterven, zouden mensen huilend op straat verschijnen, zoals in Noord-Korea, omdat iedereen zo dankbaar zou zijn. Maar hij is geen dictator, en daarom zijn we boos.’
Volgens Sedlácek heeft dit te maken met een doorgeschoten postmodernisme. ‘Ik was er zelf ook dol op, een paar jaar lang. Lekker sceptisch, oude banden van ons afwerpen, alles deconstrueren en taboes doorbreken. Ik dacht dat dit een begin was, en dat we daarna zouden gaan bouwen, aan een samenleving vol liefde en vrede, of wat dan ook. Maar dat is niet gebeurd. Het postmodernisme heeft alleen van iedereen een criticus gemaakt. De wereld is nu vol met kritische mensen die overal een mening over hebben.’
Het is opvallend dat de populistische leiders helemaal niet proberen om aardig of sociaal over te komen. ‘Mensen zijn de nice guys zat. Mensen willen een bullebak. De grootste steun kreeg Trump van conservatieve christenen. Iemand die alle Tien Geboden heeft gebroken, behalve gij zult niet doodslaan! Maar het maakt ze niet uit, zo iemand willen ze niet meer. In Tsjechië zie ik precies hetzelfde. Liefde en vertrouwen zijn scheldwoorden geworden in de politiek.’
Wat moeten we doen?
‘Het is de taak van filosofen en de elite om mensen nieuwe dromen te geven, nieuwe hoop, nieuwe verhalen. We kunnen niet zonder verhalen. Dat is altijd zo geweest. Het stenen tijdperk noemen we niet zo omdat er stenen waren. Die waren er altijd al. Het nieuwe van dit tijdperk was dat er mensen kwamen die stenen zagen en gingen zeggen dat dit gereedschap was. Ze gaven een verhaal aan de steen. Nu zitten we in een tijdperk met indrukwekkende technische mogelijkheden, als gevolg van de digitale revolutie. We moeten daar een verhaal van maken dat mensen inspireert en laat uitstijgen boven zichzelf.’
Blijkbaar zijn populisten goed in verhalen. Kunnen we iets van hen leren?
‘Trump wil de elite aanpakken, zegt hij. Maar hij is zelf de elite. De elite van de elite van de elite. Hij is de top één procent van de één procent, geboren met een gouden lepel in zijn mond. Als hij zegt dat hij niet van de elite is, bedoelt hij eigenlijk: ik wil dat iedereen elite kan worden. Daarom willen mensen hem. Dat is iets wat we van hem kunnen leren. Je kunt niet iedereen bovengemiddeld maken, dat is wiskundig onmogelijk. Maar we kunnen wel kijken naar onze economie, en zoeken hoe we mensen in staat kunnen stellen om allemaal deel te worden van de creatieve elite.
‘Als Trump zegt dat hij niet van de elite is, bedoelt hij: ik wil dat iedereen elite kan worden. Daarom willen mensen hem’
Het probleem is dat de elite op dit moment niet weet waar we naartoe moeten. Als er oorlog is, weet iedereen het. De hele economie, de hele maatschappij, alles wordt ingezet voor het grote, overkoepelende doel: winnen. Nu, in vredestijd, praten onze politici over corruptie en ongelijkheid. Waarom nemen we dat nou niet serieus? Waarom zouden we daar niet alles voor gaan inzetten? Ik denk dat we alles moeten gaan inzetten op de nieuwe economie. Hoe gaan we mensen helpen om daar deel van uit te gaan maken, op een manier die elitemensen van ze maakt.’
Het is duidelijk: Sedlácek is razend enthousiast over wetenschap en techniek, en de kansen die die bieden. ‘Elke dag lees ik weer vol verwondering over wat onze wetenschappers aan het ontdekken en verzinnen zijn.’ Volgens hem gaat het ons helpen om ons te bevrijden van de banden van de materie. ‘We wórden steeds meer elite. Allemaal. Zelfs de vuilnismannen van nu doen niet meer het vuile werk dat ze vroeger moesten doen. Boeren werken niet meer in de modder, maar op een trekker. We bewegen ons van de materie af. We schuiven steeds meer op in de richting van wat een ceo doet. Een ceo is iemand die niet zelf werkt maar vooral het verhaal erbij verzint.
Zoals we vroeger een verschuiving hebben meegemaakt van natuur naar cultuur – er is hier om je heen helemaal niets dat niet gemaakt is, zelfs de bomen op het plein zijn door iemand geplant omdat het er zo leuk uitziet – zo verschuiven we nu van materie naar ideeën, naar verhalen. Je kunt niet leven in een verhaal. Je kunt niet leven in Romeo en Julia. Maar dat is nu aan het veranderen. We blijken te kunnen leven in de digitale wereld. Steeds meer activiteiten spelen zich daar af. De materiële realiteit verdwijnt langzaam naar de achtergrond.’
Techniek gaat werk van ons overnemen. ‘Hoe meer dat gebeurt, des te meer dat ons vrij maakt om ons te kunnen richten op de ideeën, op de verhalen. Niet de elitaire enkeling, maar iedereen. In de toekomst hoeft niemand zich bezig te houden met werk dat robots ook kunnen, maar met creatie, of dat nu met de handen is of met het hoofd.’
Nu gaat u wel erg ver. Alsof mensen vrijwillig hun werk afstaan aan de techniek. Integendeel, ze worden ontslagen en mogen een uitkering gaan aanvragen.
‘In plaats van werk zouden ze een beroep moeten vinden. Beroep komt van “roeping”, het is iets waar je voor voorbestemd bent, wat je leven vervulling geeft. Zoals Assepoester bevrijd moest worden van haar werk, zodat ze gehoor kon geven aan haar roeping: prinses worden. Dat is in een notendop het traject dat de mensheid gaat. We hebben eeuwenlang gewerkt. Nu leven we in een tijd dat de techniek het werk kan overnemen en we kunnen gaan doen waar we voor zijn. Dat is de grote vraag: waar zijn we voor?’
Wat heeft een automonteur daaraan die zijn werk, zijn doel, zijn identiteit verliest? En overbodig wordt verklaard?
‘Wat wil je dan? Dat hij een slaaf blijft? Zoals vroeger? Hij zal op zoek moeten gaan naar waar hij voor nodig is, wat hij de wereld werkelijk te bieden heeft. Als hij van auto’s houdt, moet hij zich erin gaan verdiepen. Hij moet omscholing krijgen, zodat hij kan leren hoe hij zijn kennis en ervaring kan gaan inzetten voor iets wat hem wel vervulling geeft. Vrijheid is inderdaad moeilijk, maar het is onze toekomst. We moeten gaan verzinnen wat we zouden doen als we helemaal vrij waren om te kiezen. Wat zouden we dan doen?’
Een gokje: ons kapot vervelen.
‘Dat is inderdaad een mogelijkheid. Jan Patocka, een Tsjechische filosoof, heeft daar veel over geschreven. Over de grootschalige verveling met het alledaagse leven waar onze samenleving door gekenmerkt wordt. We zijn zo vrij van arbeid dat we een entertainmentindustrie nodig hebben om ons te vermaken. En als ze zelfs de oude superheldencomics gaan verfilmen, waar alleen maar ouderen komen, weet je dat we in een ongelooflijke saaiheid zijn aanbeland. Laten we mensen helpen om hun werk te veranderen, in iets wat ze wíllen doen.’
U noemde net het woord slaaf. Misschien wel een goede vergelijking: na slavernij heb je niet meteen een alternatief.
‘Dat is een heel goede analogie. We zijn als slaven die onszelf bevrijden. Ik denk dat we daarvoor heel goed moeten kijken naar de digitale revolutie. En dan hebben we onderwijzers nodig, predikers, kunstenaars en ethici, om mensen te leren om zichzelf een roeping te geven.’
En moet iedereen daar dan een soort elf voor worden?
‘Het gaat er niet om dat iedereen goed moet zijn. Het gaat voor een groot deel om goede instituties. Een deel van ons morele menszijn zit tegenwoordig niet meer in onszelf. De instituties zijn in feite ons morele exoskelet, dat namens ons handelt. Als u hier naar buiten loopt en een baby op straat ziet liggen, heeft u echt geen moreel dilemma. Zoals vroeger, toen u moest verzinnen of u de baby wilde oppakken, en daarmee voor weken verantwoordelijk was voor de zorg, voordat je een opvangplek had gevonden. Nu niet. U belt gewoon 112 en u weet dat ervoor wordt gezorgd. De autoriteiten functioneren als moreel exoskelet. Maar het exoskelet werkt alleen op nationaal niveau. Het programma voor de komende generatie is hoe je dit morele exoskelet kunt uitbreiden naar het hele continent, de hele planeet. Hoe we kunnen stoppen met discrimineren op basis van kleur – of op basis van paspoort. Het is de enige weg. Het alternatief is de logica van de muur, van ieder voor zich.’
‘Ik weet niet of het de boosheid is waar het populisme op drijft. Soms is het eerder een verlangen naar spanning en amusement’
Heel concreet: wat is uw advies aan de elite, aan de leiders?
‘Er zijn drie opties. Niets doen, doorgaan op dezelfde weg en geen verhaal vertellen waar je mensen in meeneemt. De optie-François Hollande, zou je kunnen zeggen. Saai en volstrekt irrelevant. Een tweede optie is teruggaan naar vroeger, ieder land voor zich met een muur eromheen, de nationalistische route. De derde optie is daarboven uitstijgen, zoals Merkel doet. Boven het nationale eigenbelang durven kijken en het Europese verhaal vertellen. En dit is het enige verhaal dat gaat werken. Want de problemen waar we mee kampen, of dat nu het milieu is, de vluchtelingen of de Griekse financiën: het heeft geen enkele zin om dit nationaal aan te pakken. We zien vandaag de dag de geboorteweeën van de overgang van het tijdperk van nationale oriëntatie naar een planetaire oriëntatie.’
Mensen zijn boos omdat de elite volgens hen niet naar ze luistert. U wilt dat oplossen door de macht nog verder omhoog te schuiven?
‘Het is niet verder omhoog! Macht wordt gelegitimeerd door democratische verkiezingen. Die moeten ook bovennationaal worden. Ik ben zelfs voorstander van mondiale referenda. Neem nu de Brexit, dat gaat iedereen aan, niet alleen de Britten. Als iedereen had mogen meestemmen over de Brexit zou de uitslag heel anders zijn geweest.’
Dit is precies weer zo’n elitaire opmerking. Alsof mensen niet het recht hebben om uit een unie te stappen. Alsof mensen niet het recht hebben om géén vluchtelingen te willen.
‘Laat ik bij dat voorbeeld van de vluchtelingen blijven. Een heel goed voorbeeld van eng nationalistisch denken waardoor het probleem in stand blijft. Mensen moeten gaan inzien dat die Syrische vluchteling de vijand niet is. Ik vraag me nog steeds af waarom we daar de VN niet voor hebben ingeschakeld. Die kunnen oplossingen verzinnen die boven de nationale belangen uitstijgen.’
Wiens oplossing dan? Gelooft u echt dat er een autoriteit bestaat die los staat van de machtsvraag, los van een politieke gemeenschap, los van mensen – die nu eenmaal vaak onverstandige dingen willen?
‘Wat is gemeenschap? U en ik hebben veel meer gemeen dan u en uw buurman. Natuurlijk, er zijn heel veel dingen die veel lokaler besloten zouden moeten worden. Maar verdeling van vluchtelingen of een maatregel tegen luchtvervuiling heeft geen enkele zin, lokaal. Het gaat er niet om dat ik dan mijn zin moet krijgen. We moeten er juist collectief over gaan besluiten. Ook de boze buurman die geen vluchteling wil mag meestemmen. Als de meerderheid geen vluchtelingen wil, kan het natuurlijk niet. Ik ben een democraat. Maar ik geloof nog steeds in de verstandelijke capaciteiten van mensen. Uiteindelijk zal de democratie leiden tot rationele uitkomsten, daar vertrouw ik op.’
Bent u wel eens boos? Ik bedoel, herkent u wel iets van die boosheid van mensen die geen connectie meer voelen met de elite?
‘Nee, boosheid herken ik niet echt. Maar ik weet niet of het uiteindelijk de boosheid is waar het populisme op drijft. Soms is het eerder een verlangen naar spanning en amusement. Ik betrapte me er zelf ook op, toen ik hoorde dat Trump werd gekozen, dat ik een heel klein beetje een gevoel had dat dit wel vermakelijk was. Als ik even niet dacht aan de gevolgen.’
Het laat in elk geval zien dat er een beter alternatief moet komen. Hoe?
‘We moeten groter gaan dromen. We moeten geen muren bouwen, maar mensen meenemen in onze visie. Zoals Macron heel goed doet. Hij is het voorbeeld van een leider die we nodig hebben. Als je chocola wilt verkopen, heeft het geen zin om uit te leggen waarom drop zo vies is. Dan moet je uitleggen waarom chocola zo goed is. Het is de Europese leiders eerder gelukt om mensen ervan te overtuigen dat we moesten gaan handelen in plaats van oorlog maken. Daar is de Europese Gemeenschap letterlijk op gebaseerd.’
Zou het kunnen dat dat precies de route is die nu vastloopt? Conflicten beheersen door materiële groei… dat lukt zolang de groei duurt.
‘En dat is exact waar we nu staan. We hebben onze dromen vervuld. In ons persoonlijke leven is dat de belangrijkste oorzaak van depressie. Onze dromen zijn vervuld, maar onze verlangens niet. Die zijn nooit te stillen. En zo kom ik weer uit bij de nieuwe economie: we moeten de maatschappij klaarmaken voor de digitale toekomst. Want daarin is ruimte om onze verlangens immaterieel te gaan vervullen. We moeten virtuele manieren gaan maken om mensen te helpen zich te ontplooien, om allemaal deel te worden van de elite. Daar is nog heel veel in te ontwikkelen. Maar ik verwacht dat digitale punten en scores veel belangrijker gaan worden in de toekomst.’
Een wereld van amusement en likes.
‘Ja, maar ook onderwijs, kennis, kunst, alles. Een alternatief is er niet, het menselijk verlangen is onstilbaar. Zolang we ons verlangen niet kunnen beperken, is dit onze enige hoop.’
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (1) - knutselen aan planten (Foodlog, De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- Machines om nergens te komen (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: armoede, economie, techniek