VPRO Gids 10 (9 maart 2016)
Marokko gaat de Saharazon uitbaten
Het duurt niet lang meer voordat de prijs van duurzame energie onder de prijs van olie en gas zal duiken. Dat zeggen verschillende experts in de komende uitzending van Tegenlicht. Een voorproefje van deze revolutie is te zien in Marokko, dat onlangs de grootste zonnewarmtecentrale ter wereld opende.
175 x bekeken- Lees ook: Google maakt hersendood (Trouw)
Voor niets gaat de zon op. En voor niets straalt de zon dag in dag uit zijn verzengende warmte uit over de uitgestrekte aarde. Maar deze stralen opvangen en omzetten en opslaan, dat gaat helaas nog niet voor niets. De goedkoopste vorm van energie halen we nog uit fossiele brandstoffen.
Toch duurt dat niet lang meer, zeggen verschillende experts en investeerders in de komende uitzending van Tegenlicht. De tijd komt dichterbij dat de prijs van windenergie en vooral zonne-energie goedkoper zal worden dan die van olie en gas. Het zal een revolutie betekenen.
Noor
Een voorproefje van die revolutie is vanaf heden te zien in Marokko, een land dat met de Sahara een enorm potentieel aan ruimte en zonlicht binnen zijn landsgrenzen heeft. Koning Mohammed VI opende daar begin februari het eerste onderdeel van de grootste zonnewarmtecentrale ter wereld.
Het project heet Noor ("licht") en bevindt zich vlakbij Ouarzazate, de filmstad die de liefhebbers van Game of Thrones bekend zal voorkomen. De centrales bestrijken een enorme vlakte, een vlakte die in totaal drieduizend hectare zal beslaan, net zo groot als de miljoenenstad Rabat, maar het bijzondere is dat die niet met de bekende zonnepanelen is volgebouwd, maar met spiegels, enorme gekromde spiegels van twaalf meter hoog, voor de eerste centrale al 530.000 stuks.
De techniek die wordt gebruikt, heet concentrated solar power (CSP). Het staat ook al in Spanje en in de VS. Zoals je met een vergrootglas zonnestralen kan bundelen en daarmee een stuk papier in brand kan zetten, gebruikt Noor grote parabolische spiegels om de zonnestralen te bundelen en daarmee een buis met een chemische vloeistof te verhitten. Deze vloeistof wordt naar een stoomcentrale geleid, waar het turbines laat draaien.
Als de vier centrales van Noor klaar zijn, moeten ze samen 560 megawatt leveren. Samen met nog drie andere projecten, plus wind- en waterkrachtprojecten, moeten ze in 2020 meer dan 40 procent van de energievraag uit Marokko bedienen. Dat kost heel wat geld. Alleen Noor I heeft al bijna 2 miljard dollar gekost. Dat kon niet zonder leningen van de Werelbank, Europa en Saoedi-Arabië.
Leercurve
Met 160 megawatt heb je nog geen revolutie. En omdat ook Marokkanen steeds meer energie gebruiken, zal in absolute zin de olieconsumptie niet dalen. Desondanks is dit project "ontzettend belangrijk", zegt André Faaij, hoogleraar Energy System Analysis aan de Universiteit van Groningen.
"De condities zijn hier optimaal. Er is veel zon, en grond is goedkoop. Dit is de beste plek om de energieprijs op concurrend niveau te krijgen. Want dat is de cruciale kwestie in deze technologie: continu innoveren, leren en opschalen om te zorgen dat de prijs kan concurreren met die van olie en gas."
"Een demonstratie op deze schaal is een enorm belangrijke stap op de leercurve. Je leert hoe je zo'n centrale moet neerzetten, in bedrijf houden, schoonmaken. Er komen bedrijven die een routine krijgen, die ervaring meenemen. Een tweede en derde centrale wordt altijd goedkoper. En dán wordt het ook voor andere landen interessant om mee te doen."
"De techniek gaat hard vooruit", zegt Faaij. "En wat ook bijzonder is aan dit project, is dat het uiteindelijk een combinatie wordt van CSP met zonnepanelen. Dat zijn twee routes, zou je kunnen zeggen, die allebei hun eigen sterke punten hebben om de prijs concurrerend te maken. Het voordeel van zonnepanelen is dat het ook kleinschalig kan, op je dak. Het voordeel van CSP is dat de energie op te slaan is." De eerste centrale van Noor gebruikt daarvoor vloeibaar zout, wat de warmte drie uur lang kan opslaan. De volgende twee moeten de warmte maar liefst acht uur kunnen vasthouden.
Kortom, zegt Faaij, Marokko zet met de opening van Noor 1 een cruciale stap. "Uiteindelijk is het veel makkelijker en goedkoper om een gascentrale neer te zetten. Dit is een enorme investering. Maar vervolgens heb je wel gratis energie in een centrale die zo dertig jaar meekan. Door dit soort projecten komt de prijs van duurzame energie wel heel dicht bij het concurrende niveau."
Welke landen moeten we nog meer in de gaten houden?
Denemarken is de onbetwiste nummer 1. Dit land haalt nu al 40 procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen. In 2020 moet dat 50 procent zijn en in 2050 maar liefst 100 procent. Daarvoor hebben ze niet alleen veel windmolens, maar ook een integraal beleid om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
China is in absolute zin de wereldleider. Het is een grote vervuiler, met zijn op kolen gebaseerde economie, maar het land investeerde vorig jaar meer dan honderd miljard dollar in duurzame productiecapaciteit. De fase breekt nu aan dat al deze capaciteit ook echt in werking gaat treden.
Duitsland, Zweden, Oostenrijk en Schotland zijn voorbeelden als het gaat om windenergie. Een kwart van de energie die de Duitsers zelf opwekken, komt uit de wind. Ook Schotland produceert met zijn windmolenparken op zee een groot deel van de benodigde energie zelf.
Costa Rica is een van de kleinere landen die bijna bijna alle benodigde energie uit hernieuwbare bronnen halen. Dat is grotendeels te danken aan waterkracht - ecologisch en sociaal gezien niet altijd even wenselijk – maar het aandeel wind in de energiemix neemt toe.
Tegenlicht: De doorbraak van duurzaam.
Zondag 13 maart
Regie: Martijn Kieft
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (1) - knutselen aan planten (Foodlog, De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- 'Ik ben keiblij dat ik dit mag doen' (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: duurzaam, techniek