overig - De Groene Bijbel (november 2016)

De Bijbel over geld

De Bijbel is misschien geen economieboek, maar er staat wel heel veel in over geld en economie. Voor de Groene Bijbel, een speciale bijbeluitgave van het Nederlands Bijbelgenootschap, schreef ik een korte bijbelstudie.

1046 x bekeken

Een Rooms-Katholieke priester uit Brazilië vertelde me eens hoe de Bijbel boeren in zijn land helpt om actuele vraagstukken te begrijpen. Die boeren, vaak ongeletterd, krijgen wel eens bezoek van deftige mannen in pak met glimmende auto's, die doodleuk zeggen: "Dit land is eigenlijk van mij, wist je dat?" Nee, dat wisten ze niet. Wat erg. Ze kunnen inpakken en vertrekken.

Totdat die boeren bijbelstudie krijgen. Daar horen ze hoe boos de oude profeten waren op rijke mensen die het land afpakten van de armen, en hoe anders God het heeft bedoeld. Als zij vervolgens dit soort grootgrondbezitters op bezoek krijgen, kijken ze elkaar aan en schudden lachend hun hoofd. "Ha, deze meneer denkt dat het land van hem is. Wat een oen, hij heeft zeker de Bijbel niet gelezen." Helaas raken ze hun land soms alsnog kwijt, maar het gaat niet meer zo makkelijk als voorheen.

Tot zover het voorbeeld van de priester. De Bijbel gaat over geestelijke zaken, maar in tegenstelling tot wat we vaak denken heeft dat alles te maken met aardse zaken. En dus ook met geld en economie.

Kapitaal

Het woord economie komt van het Griekse oikos, huishouden, gemeenschap. Hoe we voor ons kapitaal moeten zorgen, zodat we onze gemeenschap ervan kunnen onderhouden, dat is het thema van de economie.

Er zijn verschillende soorten kapitaal. Niet alleen onze portemonnee, maar ook onze kennis en onze vriendschappen zijn een vorm van kapitaal. We kunnen niet zonder als we voor onze gemeenschap willen zorgen. Ook de natuur, de schepping, is een vorm van kapitaal waar we van mogen leven. We moeten ervoor zorgen dat we dit kapitaal niet uitputten.

De mens krijgt al in Genesis de opdracht om te heersen over de schepping. Heersen, niet in de zin van de baas zijn, maar beheren (Gen. 1:28). Later is hier het woord rentmeester voor bedacht. Het was de allereerste taak van de mens om een goede econoom te zijn over al het kapitaal dat God ons heeft gegeven.

In de Joodse wet kunnen we aanwijzingen vinden voor wat deze taak inhoudt. Veel van de voorschriften in de Torah (bijvoorbeeld Deut. 24 en Lev. 25) gaan hierover. Betaal eerlijk loon, breng niemand in het nauw door strenge leningen, zorg voor de armen, de weduwen en de wezen, vraag geen rente en verkoop de armen geen voedsel voor winst. De zogenaamde Jubelwetten in Leviticus 25 schrijven voor dat het land elk zevende jaar moet rusten, en dat gekocht land elke 49 jaar moet worden teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar. Wie door armoede zijn land heeft moeten verkopen, krijgt het terug. Schulden moeten worden kwijtgescholden en slaven vrijgelaten.

Als jullie dit doen, zegt God, zullen jullie leven. Jullie zullen bloei zien, economische bloei. We moeten niet gaan voor maximale groei, we moeten niet pakken wat we pakken kunnen. We moeten allereerst zorgdragen voor al ons kapitaal, inclusief onze dieren, het land en de mensen om ons heen. Over het resultaat moeten we ons niet druk maken, God zal voor ons zorgen.

Jezus grijpt daarop terug, in het Nieuwe Testament. Maak je geen zorgen over je eten en over hoe je eruitziet, zegt Hij. Zoek eerst het koninkrijk van God en de gerechtigheid van God. Dan zal God zorgen dat we alles krijgen wat we nodig hebben (Mat. 6). Het koninkrijk van God zoeken is bij Jezus een weg, een zoeken, een navolgen. We kunnen het niet maken of manipuleren, we kunnen het alleen maar vinden. Het is geen toeval dat de eerste christenen de ‘mensen van de Weg’ genoemd werden.

Doel en middel

Mensen denken vaak andersom. Het doel heiligt de middelen, zeggen we vaak. Daarmee bedoelen we dat je wat middelen betreft wel een oogje mag dichtknijpen als het maar voor een goed doel is. Het behoort tot de kern van de bijbelse ethiek dat deze manier van denken gevaarlijk is. Volgens de Bijbel heiligt het doel nooit de middelen. Het is eerder andersom: de middelen, de weg die we kiezen, staat centraal.

In de moderne tijd, met de opkomst van de moderne wetenschap en de moderne economie, zijn middel en doel radicaal van elkaar losgeweekt. Meer en meer zaken worden louter gezien als instrumenten om te gebruiken en naar believen in te zetten. Steeds meer zaken zien we als ‘middelen’ die we moeten verzamelen en vergroten om vervolgens onze doelen te bereiken. In plaats van schepping of natuur hebben we het alleen nog maar over grondstoffen. In plaats van mensen die werk nodig hebben om zich te ontplooien hebben we het over het arbeidsaanbod.

Dit is nuttig, zeggen economen, want het heeft een enorme economische groei mogelijk gemaakt. Niet dat iemand dat werkelijk als einddoel ziet. Nee, ook dat is weer een middel, een middel tot welvaart. We moeten groeien omdat we dán... banen kunnen creëren, het milieu kunnen beschermen, de vrede kunnen bewaren. Groei is maar een middel, zegt iedereen. Maar wel een noodzakelijk middel!

Hier gebeurt iets gevaarlijks. Als je iets als noodzakelijk middel ziet, wordt het de allesbepalende factor in je hele manier van denken. Met andere woorden: het wordt heilig. Het is geen toeval dat verschillende kritische economen – ook niet-christelijke – al lang geleden opmerkten dat de moderne geldeconomie verdacht veel op een religie lijkt. Het neemt een ethiek mee, namelijk dat streven naar eigenbelang goed is. Het biedt ons hoop, de verlossing van al onze schulden. En het vraagt offers: de hele maatschappij moet zo worden georganiseerd dat we kunnen blijven groeien. Zelfs als het ten koste gaat van ons kapitaal, de schepping, de samenleving.

We zeggen dat geld het middel is in onze economie. Maar geld is schuldpapier, uitgegeven door banken met één doel: terugkeren met winst. Alles in ons economische bestel is ingericht om die kringloop mogelijk te maken, en zelfs uit te breiden naar nieuwe domeinen van het leven. Geld wordt al snel een middel dat alleen maar meer van zichzelf wil. Het wordt een god.

Afgod

Dit uitstapje laat zien dat Jezus heel goed begrijpt hoe economie werkt als hij het over geld heeft. Hij duidt het aan met een naam van een afgod: Mammon. Het woord betekent geld, bezit, of ‘dat waarop men vertrouwt’. Jezus noemt de Mammon consequent onrechtvaardig.

Jezus zegt niet dat je geen geld mag aanraken omdat het vies is. Integendeel, het is maar een ding, een stuk metaal waar je iets mee kunt ruilen. Maar pas op, zegt Hij: het is een macht die de neiging heeft om op de troon te komen en ons de wet voor te schrijven. Er zit nu eenmaal iets in ons dat materiële zekerheid wil en de neiging heeft om te vertrouwen op iets dat ons die zekerheid belooft. Maar waar onze schat is, daar is ook ons hart (Mat. 6). We moeten kiezen welke heer we dienen: God of de Mammon, allebei kan niet.

Het evangelie laat ons zien dat alles uiteindelijk een gave van God is. God staat boven alle machten. De machten van deze wereld kunnen veel beloven, maar uiteindelijk houden ze geen stand. In het Nieuwe Testament lezen we daarom veel praktische adviezen: geef je geld weg. Deel wat je hebt. Wees gastvrij. Zorg voor de armen. Enzovoorts. Er komt namelijk een tijd dat de Mammon er niet meer is, en je kunt maar beter nu vast je rijkdom gebruiken om te werken aan wat écht van waarde is (Lukas 16).

Van de troon

In een maatschappij die meer en meer wordt omgevormd om de god van het geld te bevredigen, is het heel moeilijk om ‘zuiver’ te leven en geen geld aan te raken. Ik denk dat dat onze opdracht ook niet is. Maar het is wel onze taak, zegt Paulus, om de machten van de wereld te verkondigen dat Christus de Heer is, en zij niet. Daar hoort bij dat we aanbidding weigeren aan alle andere heren die op de troon willen zitten.

Er is in het geval van geld één manier om dat te doen, en dat is door ermee te doen waar het niet voor gemaakt is: weggeven. Als we delen wat we hebben, wordt ons hart vrij van de macht van geld. Dan wordt dit onrechtvaardige middel weer een gewoon ding, waarmee we handig kunnen ruilen, maar waar we ten diepste niet om geven, omdat we weten welke dingen écht van waarde zijn.




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: , , , ,


Reageren?

Martin van der Vlist

Beste Frank, ik heb uw boek “Moet groei?” als economie-student met veel interesse gelezen en kwam net dit artikel tegen. Ik ben op dit moment een masterstudent Development Economics en kan me goed in uw gedachtegoed vinden. De enorme on-bijbelse fixatie op geld en economische groei die ook ons christenen soms beheerst zorgt voor enorme problemen. Mijn grote passie is armoede de wereld uithelpen, en heb mijn scriptie dan ook gewijd aan een econometristisch kwantitatief onderzoek over het IMF en armoede in Afrika, waar je dezelfde problematiek terugvindt. Als econoom geloof ik dat als ons gedachtegoed in het Westen verandert, dat een stimulans van jewelste zal geven voor de allerarmsten. Ik kon nergens uw contactgegevens vinden, maar hoop dat we misschien een keer kunnen afspreken om over economie te sparren.

Met vriendelijke groet,
Martin van der Vlist

Martin van der Vlist - 12-10-’21 10:38


(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info